Voorhoedegevechten in Europees-Amerikaanse Handelsoorlog
De internationale instellingen verdringen elkaar om hun groeivooruitzichten voor de wereldeconomie te verlagen. De handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China wordt naar voren geschoven als een belangrijke oorzaak van de groeivertraging. De mogelijke escalatie van dit conflict naar Europa baart grote zorgen. Vooral het Amerikaanse dreigement om hogere invoertarieven op Europese auto’s en autocomponenten in te stellen, weegt op het sentiment en de vooruitzichten in de Europese industrie. Een directe handelsconfrontatie tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten wordt voorlopig tegengehouden door hoop op een doorbraak in de lopende handelsonderhandelingen. Tegelijk bestoken beide handelspartners elkaar echter met steeds meer economische wapens. Deze voorhoedegevechten verhogen de kans op een effectieve escalatie van de handelsoorlog naar Europa.
Geen staalharde confrontatie
Strict genomen vindt er momenteel geen handelsoorlog plaats tussen de Verenigde Staten (VS) en de Europese Unie (EU). De Europese Commissie berekende dat slechts 2% van alle handelscontacten tussen de VS en de EU momenteel aanleiding geven tot enige vorm van discussie. Hooguit kunnen we spreken over een echt handelsconflict in de staal- en aluminiumsector. De VS verhoogden immers de tarieven op staal (25%) en aluminium (10%) in 2018. De motivatie voor die beslissing was de impact van de sterk groeiende staal- en aluminiuminvoer op de Amerikaanse nationale veiligheid, een betwistbaar argument. De tegenreactie van de EU op deze protectionistische zet was relatief mild. Europa verhoogde enkel wat tarieven op een aantal symbolische producten zoals Harley-Davidsons, Bourbon whiskey en Levi’s jeans. Intussen merken we dat de invoering van de hogere tarieven maar een beperkte impact had op de internationale staal- en aluminiumuitvoer naar de Verenigde Staten (zie figuur 1). In het bijzonder Europese bedrijven houden goed stand in dit conflict, onder andere dankzij hun jarenlange ervaring met opstoten van protectionisme en vooral omwille van de hogere kwaliteit van Europese producten.
Figuur 1 - Recente evolutie in VS staal- en ijzerimport
Dankzij de milde Europese houding escaleerde dit sector-specifieke conflict niet in een totale handelsoorlog. Men kan Europa verwijten enigszins naïef op te treden, maar de voorzichtige Europese houding heeft – voorlopig althans – gezorgd voor peis en vree in de trans-Atlantische handelsrelaties. De Europese uitvoerders worden ook beschermd door een informeel akkoord tussen Jean-Claude Juncker en Donald Trump om elkaar voorlopig niet te bekampen, maar te zoeken naar gemeenschappelijke belangen aan de onderhandelingstafel.
Keep on talking
De onderhandelingen tussen de VS en de EU lopen intussen al enkele maanden. Het zijn geen formele handelsonderhandelingen die tot een nieuw bilateraal akkoord moeten leiden, zoals eerder het geval was met het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP). Die doorgedreven ambitie is voorlopig dood en begraven. Het afschaffen van het merendeel van de bestaande tarieven op industriële goederen ligt op de tafel. Die ambitie is niet onrealistisch, aangezien de tariefbescherming in beide richtingen momenteel al heel beperkt is (gemiddeld ongeveer 3%). Een recente studie van de Europese Commissie toonde aan dat het volledig schrappen van alle invoertarieven de EU-uitvoer naar de VS met 8% zou doen groeien, en omgekeerd de Amerikaanse uitvoer naar de EU met 9% zou doen stijgen. De welvaartseffecten dankzij toegenomen efficiëntie en prijsverlagingen zouden aanzienlijk zijn, omwille van de omvang van de totale handel. Meer fundamenteel vergt een verdere liberalisering van de Europees-Amerikaanse handel een overeenkomst over niet-tarifaire belemmeringen. Vooral harmonisatie of wederzijdse erkenning van regelgeving zou de grootste economische impact genereren, maar blijft ook de moeilijkste oefening. Ook de houding ten opzichte van China blijft een twistpunt, gegeven de relatief mildere houding van Europa ten opzichte van de Chinese draak. Tot slot merken we een bereidheid bij zowel de EU als de VS om de Wereldhandelsorganisatie te hervormen en te moderniseren. Het is relatief windstil omtrent al deze materies. Grote vraag is of na de stilte er een doorbraak zal komen waardoor de trans-Atlantische handelsspanningen afnemen, of dat dit eerder stilte voor de storm is.
Van Google Tax tot Car War
Als we kijken naar andere aspecten van de Europees-Amerikaanse economische banden, lijkt de ‘stilte voor de storm’ optie de meest waarschijnlijke. In afwachting van meer duidelijkheid over de evolutie in de directe handelsrelaties merken we in Europa een aantal beleidsinitiatieven die op z’n zachtst uitgedrukt grote implicaties kunnen hebben voor de handelsrelaties. De boete die de Europese Commissie oplegt aan Google treft de Amerikaanse economie recht in het economisch hart, de snelgroeiende technologiesector. Eerder voerde de Franse regering al een ‘Google Tax’ in om multinationals te verplichten een minimumbelasting te betalen ongeacht hun internationale fiscale constructies. Dit zijn heel gevaarlijke manoeuvres die felle reacties kunnen uitlokken in het Witte Huis. In het bijzonder nu de Amerikaanse regering beschikt over een onderzoekrapport van de US Department of Commerce over het al-dan-niet schadelijke karakter van de invoer van Europese voertuigen op de Amerikaanse nationale veiligheid. Dit rapport bleef voorlopig geheim, en dus kan de Amerikaanse President zelf de resultaten van het onderzoek interpreteren en naar believen gebruiken in een eventuele reactie naar Europa toe.
Europa speelt ook op andere terreinen met vuur. De invoer van strengere milieunormen staat hoog op de Europese agenda. Vooral de recente verstrenging van de CO2-emissienormen voor auto’s kreeg veel aandacht. Meer algemeen verstrengen de EU en de EU-lidstaten heel wat milieunormen, in de terechte strijd tegen klimaatverandering. Ondanks de goede bedoelingen van deze maatregelen hebben ze een neveneffect: ze verhogen de technische handelsbelemmeringen voor niet-Europese bedrijven die eveneens verplicht zijn om zich aan te passen aan de Europese normen. Zeker voor Amerikaanse producenten, die algemeen minder gericht zijn op milieuvriendelijke technologieën, betekent dit een aanzienlijke aanpassingskost waardoor een concurrentieel nadeel ontstaat. Sommigen zullen dit interpreteren als oneerlijke concurrentiemaatregelen waardoor represailles opnieuw niet uit te sluiten zijn.
Omgekeerd kan Europa zich natuurlijk eveneens ergeren aan een aantal recente Amerikaanse beleidsmaatregelen. Denk maar aan de hoge boetes voor een aantal Europese financiële instellingen in de nasleep van de financiële crisis. Ook de Amerikaanse sancties voor Europese bedrijven die zaken doen met landen als Iran lijken onfair, althans in Europese ogen. Maar het grote verschil is dat het uitbarsten van een volwaardige trans-Atlantische handelsoorlog Europa meer pijn zal doen dan Amerika. De open Europese economie is afhankelijk van een goede markttoegang tot de belangrijkste wereldmarkten. De Amerikaanse markt is voor heel wat EU-lidstaten bijzonder belangrijk, hoewel het relatieve directe belang aanzienlijk varieert (zie figuur 2). De huidige voorhoedegevechten dreigen dan ook een direct handelsconflict uit te lokken. Het is belangrijk dat de EU en de VS een intensieve dialoog met elkaar blijven voeren, niet enkel over handel, maar over hun economische relaties in de ruimste zin.