Euro is politiek kwetsbaar
Vorige week verlaagde kredietbeoordelaar S&P de kredietscore van Frankrijk van AA naar AA-. S&P ‘vreest’ dat Frankrijk er voor 2027 niet zou in slagen om het tekort terug te dringen richting 3%. De schuldgraad zou ‘sine die’ boven 100% blijven. Markten haalden de schouders op en gingen over tot de orde van dag. De Franse kredietspread bleef een oord rust.
Wat S&P niet lukte, de markt wakker schudden, regelde de Franse president Macron zondagavond in een vingerknip. Na de Europese verkiezingsoverwinning van het Rassemblement National (RN) van Marine Le Pen, koos hij voor de vlucht vooruit en kondigde vervroegde parlementsverkiezingen aan. Die verlopen in twee rondes op 30 juni en op 7 juli. De Franse president gaat er vanuit dat de niet-uiterst rechtse partijen zich in de knock-out fase van de tweede rond zullen verenigen om RN-winst te blokkeren. Of de tactiek van Macron werkt moet nog blijken. De Franse linkerzijde trekt samen naar de verkiezingen. Uiterst rechts bekijkt een samenwerking. Bij centrumrechts liet de voorzitter van de Republikeinse partij, Eric Ciotti, gisteren onverwacht een ballonnetje op voor samenwerking met het RN. Het illustreert de risico’s van Macron’s strategie. Kortom de politieke visibiliteit over het Franse politieke landschap/beleid na de verkiezingen is quasi nul. De gok van Macron doet onwillekeurig een beetje denken aan de aankondiging van het brexitreferendum door David Cameron in 2015. Dat zou/kon ook nooit gebeuren…
Kredietbeoordelaar Moody’s kwam al met de waarschuwing dat de verkiezingen risico’s inhouden voor de noodzakelijk fiscale consolidatie. Ondertussen schiet de Franse kredietspread (vs de EMU-swaprente) als een raket de hoogte in: van 23 bpn vrijdag tot 35 bpn gisteren, een niveau dat laatste werd gezien in de aanloop naar de (gepolariseerde) verkiezingen van 2017. De financiële onrust blijft niet beperkt tot Frankrijk. Nevenschade duwt ook de kredietrisicopremies voor landen als Italië en Griekenland hoger en sijpelt zelfs lichtjes door richting Spanje, België en bijna alle anderen. Een mogelijke verklaring is dat als niet traditionele/populistische partijen een groter politiek gewicht krijgen (binnen of buiten de regering) dit de fiscale consolidatie moeilijker maakt.
Wat ook de verklaring is, de slechtere Europese risicoperceptie deelde een tik uit aan de euro. Vorige week viel de EUR/USD combinatie nog de kaap van 1.09 aan. De terughoudende communicatie voor verdere ECB-renteverlagingen hield zelfs de hoop levendig dat er misschien nog iets meer in zat. Sterke Amerikaanse payrolls en de ‘chaos’ na de Europese verkiezingen duwen EUR/USD echter richting 1.075. In de recente context van (zeer) lage volatiliteit hadden we voor dit soort beweging recent dikwijls een maand of meer nodig. Vandaag verschuift de aandacht even naar de USD-kant van de vergelijking, met de inflatiecijfers voor mei en de Fed-rentebeslissing met nieuwe vooruitzichten/dots. Een eventueel matig inflatiecijfer en/of Fed-dots die het aantal verwachte renteverlagingen slechts beperkt terugschroeven (van 3 naar 2) kunnen tijdelijk wegen op de dollar. Toch verwachten we niet dat dit de euro op korte termijn overeind helpt. In de aanloop naar de Franse verkiezingen gaan we eerder uit van een EUR/USD ‘sell-on-upticks’- patroon richting de onderkant van 1.09/1.06 handelsband.