Ook de Bank of England is de Fed niet
De Bank of England sloot haar monetaire jaar af met een ongewijzigde beleidsbeslissing gisteren (4.75%). In tegenstelling tot de ECB en de Fed beschikte de Britse centrale bank niet over nieuwe groei- en inflatievooruitzichten. Die zijn op de eerste meeting van 2025, in februari, wel voorhanden en kunnen de basis vormen voor een derde renteknip deze cyclus.
Het Verenigd Koninkrijk werd de laatste tijd in dezelfde zak gestopt als de VS. Een té soepel fiscaal beleid bindt de handen van het monetaire beleid. Fed-voorzitter Powell en zijn gevolg anticipeerden eerder deze week duidelijk op de komst van president Trump in het Witte Huis met een anti-inflatoire bocht. Sinds de bekendmaking van Chancellor Reeves’ begrotingsvoorstel eind oktober, geldt voor het VK dezelfde marktreflex. Britse geldmarkten houden ondertussen slechts rekening met een totaal van 50 bpn aan extra renteverlagingen in 2025. Na gisteren leren we dat de BoE de Fed niet is.
Om te beginnen was de beleidsbeslissing nipter dan gedacht. Drie van de negen leden verkozen een renteverlaging met 25 bpn boven het status quo. De notulen onthulden bovendien dat één lid van de huidige meerderheid weinig nodig heeft om “activistischer” op te treden. Die exacte bewoordingen gebruikte BoE-voorzitter Bailey eerder al. Is hij effectief de twijfelaar, dan volgen mogelijk meer MPC-leden als hij van kamp verandert. In haar korte analyse geeft de Britse centrale bank daarnaast toe dat inflatie de voorbije maanden iets hoger was dan verwacht. Daartegenover staat zwakkere groei dan geschat in de novemberprognoses en een arbeidsmarkt die nu in evenwicht is. Rond de outlook staat net als bij de meeste centrale banken tegenwoordig de obligate asterisk wat betreft geopolitieke onzekerheid. De BoE behoudt ten slotte haar communicatie wat betreft verdere, graduele, renteverlagingen in de toekomst en stuurt dus niet aan op een langere pauze.
Bailey en co positioneren zichzelf dus ergens tussen de ECB en de Fed. Omdat de markt de BoE en de Fed over dezelfde kam scheerde, kan het relatieve renteverschil op korte termijn in het nadeel van het pond werken. Zeker in geval van ontgoochelende cijfers. EUR/GBP veerde gisteren op van de technische steunzone net boven 0.82 tot 0.83. De bodem onder het muntenpaar wordt iets sterker.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal