Chinese rente verkent nieuwe dieptes
De Chinese tienjaarsrente rijgt de diepterecords aan elkaar. Het slotniveau van +/- 1.72% gisteren contrasteert met de niveaus van 2% en meer… van amper twee weken geleden. De aanhoudende rentedaling wekte enkele maanden geleden nog nervositeit op bij de toezichthouders. Ze vreesden voor een Silicon-Valley-Bankscenario waarbij een scherpe rentestijging obligatiehouders plots opzadelt met enorme (papieren) verliezen en de financiële stabiliteit in gevaar brengt.
De zeer lage langetermijnrente weerspiegelt in essentie de deflatoire omgeving en de zwakke economie. Chinese consumenteninflatie bedroeg in november amper 0.2% op jaarbasis. De prijzen aan de fabriekspoort dalen al sinds oktober 2022 onophoudelijk. Economische groei bevindt zich in jaartermen eerder onder 5% dan vlot daarboven zoals in het pre-pandemisch tijdperk. De omvangrijke vastgoedsector wankelt en de consument ontbreekt vertrouwen. Beide kwamen opnieuw naar voor in de maandelijkse cijferupdate (november) gisteren. Vastgoedinvesteringen kelderden met 10.4% j/j over de periode januari-november. Het is de grootste terugval in minstens 30 jaar – de beginperiode van de pandemie in 2020 uitgezonderd. De verkoop van residentieel vastgoed zit diep in het slop (-20% j/j over januari-november). En de omzet van Chinese kleinhandelaars, proxy voor de binnenlandse consumptie, blijft met amper 3.5% j/j ver onder het langetermijngemiddelde. De exportpoot blijft overeind. Het handelsoverschot voor 2024 schurkt aan tegen een historisch hoge $1000 miljard. Maar China wil eigenlijk het disproportioneel belang van het buitenland voor de groei verminderen in het voordeel van de binnenlandse markt. Dat is al langer zo maar nog eens vier jaar president Trump verkortte de tijdslijn drastisch.
China kondigde sinds september al een hele resem ondersteunende maatregelen aan. Maar initiële euforie (bv. op de aandelenmarkt) ruimde snel plaats voor gereserveerdheid. Waar investeerders en de economie naar snakken is een bazooka: een allesomvattend pakket waarvan het prijskaartje elke twijfelaar over de streep trekt. De Chinese afgemeten druppeltactiek overtuigt onvoldoende. Vorige week was in deze mogelijks een kantelpunt. Chinese leiders sloten de maandelijkse Politburo-vergadering op maandag af met de belofte van monetaire ondersteuning en buitengewoon anticyclisch (fiscaal) beleid. De krijtlijnen van de jaarvergadering twee dagen later waren gezet. Die verliep achter gesloten deuren maar de eerste “bronnen” lieten al van zich horen. China mikt op een groei van ongeveer 5% voor 2025, evenveel als dit jaar. Om dat te bereiken trekt het land het toegestane begrotingstekort op van 3% tot 4% van het bbp, het meeste ooit.
De aarzelende houding van China is voor een buitenstaander moeilijk te vatten. Misschien houdt men het kruit droog in afwachting van het effectieve beleid van de nieuwe Amerikaanse president na zijn aantreden begin volgend jaar. Het land kan met een gul fiscaal beleid nochtans dubbel scoren: de economie uit het moeras trekken en tegelijk de bodemvorming in de ultralage rentes faciliteren. Want waren die historische rentedieptepunten geen probleem voor de financiële stabiliteit? We zouden het eigenlijk niet weten, het is de laatste tijd oorverdovend stil bij de Chinese autoriteiten…