Bank of Canada rolt de rode loper uit
Net geen jaar bleef de Canadese beleidsrente onveranderd op het piekniveau van 5%. Na elf maanden achtte de Bank of Canada de tijd gisteren rijp om het monetair beleid iets minder restrictief te maken. Ze verlaagde de rente met 25 basispunten tot 4.75% en toont zich bereid dat ingeslagen pad verder te bewandelen als (dis)inflatietrends zich voortzetten. Gouverneur Macklem en co evalueren de situatie meeting per meeting. Ze houden een slag om de arm wat betreft kerninflatie (vooral woninggerelateerd) en andere klassiekers zoals prijszettingsgedrag bij bedrijven of inflatieverwachtingen van consumenten. Canadese geldmarkten schatten de kans op een nieuwe renteknip op de volgende vergadering (24/07) voorlopig in op zo’n 65%. Ze verdisconteren voorlopig twee extra renteverlagingen van 25 bpn tegen jaareinde. Macklem zei vorige maand dat de BoC niet per se op de Fed hoeft te wachten op de rente te verlagen. Hij voegde met zijn beleidscomité de daad bij het woord. Gisteren waarschuwde hij wel dat er limieten zijn aan de spreidstand tussen Washington en Ottawa. De Canadese dollar wist de verliezen voorlopig te beperken. USD/CAD testte een eerste weerstandszone net beneden 1.3750 vooraleer te sluiten rond 1.37. Wordt de BoC snel vocaal over vervolgactie, dan wordt de jaartop van 1.3846 de referentie.
De Canadese centrale bank vindt dat ze over voldoende bewijsmateriaal beschikt om te concluderen dat inflatie op weg is naar de 2% inflatiedoelstelling. Tijdens de persconferentie haalt de BoC-voorzitter vier maatstaven aan. Om te beginnen daalde het hoofdinflatiecijfer van 3.4% j/j in december tot 2.7% in april. Onderliggende kerninflatie zette een gelijkaardige daling in van 3.5% j/j tot 2.75%. Bovendien vertraagt de prijsdynamiek verder. De inflatiesnelheid van de vorige drie maanden bedroeg in maart en april minder dan 2% op jaarbasis ten opzichte van ongeveer 3.5% in december. Ten slotte viel het aantal componenten in de CPI-korf met een prijsstijging van 3% of meer j/j terug richting het historische gemiddelde, wat maakt dat inflatie niet langer breed verankerd is in het economische weefsel. Wat de Canadese groei betreft, is de BoC tevreden dat de stilstand uit de tweede jaarhelft van 2023 ten einde kwam in het eerste kwartaal. Het groeitempo (1.7%) lag beneden de verwachtingen al had dat deels te maken met inventarissen. Consumptie en investeringen toonden solide vooruitgang. De arbeidsmarkt blijft sterk, al vertraagt tewerkstellingsgroei. De werkloosheidsgraad bedraagt sinds maart iets meer dan 6% na meer dan twee jaren van lagere niveaus. Het niveau van loonstijgingen neemt langzaam maar zeker af.
In navolging van de Bank of Canada is het deze namiddag de beurt aan de ECB. Ook al kunnen Lagarde en co niet pronken met hetzelfde inflatierapport als Canada (Europese inflatiedynamiek is bijvoorbeeld opnieuw stijgend ipv koelend), toch zal ook de ECB de beleidsrente met 25 basispunten verlagen. De kans is klein dat Lagarde achteraf de geest in de fles kan houden wat betreft de snelheid van vervolgactie. In dat geval kunnen zowel de euro als korte Europese rentes in de verdrukking komen.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal