Op scherp richting de cijferlawine
De Amerikaanse presidentsverkiezingen naderen met rasse schreden. Volgens de peilingen is er nog niets beslist. Maar de groeiende kansen van de voormalige president Trump ontlokten op de financiële markten een beweging gelijkaardig aan die van 2016: hogere Amerikaanse rentes en een sterkere dollar. Hij voerde een protectionistisch en fiscaal expansief beleid en joeg de Amerikaanse economische motor in een nog hoger toerental. De markt bereidt zich anno 2024 voor op eenzelfde scenario: Trump zwaait met invoerheffingen tussen 10% (alles ex. China) tot 60% (China) en versnelt de trendmatige stijging van de schuldenberg het komende decennium met $7500 miljard dollar (vs. $3500 miljard in het geval van Harris, berekening van het Committee for a Responsible Federal Budget).
Voor de toestand van de Amerikaanse economie kijken we deze week uit naar de zwaar beladen kalender met in eerste instantie het allesomvattende groeicijfer van het afgelopen kwartaal. De lat ligt op een evenaring van de meer dan degelijke 3% kw/kw (geannualiseerd) van kw2, geruggesteund door de onvermoeibare Amerikaanse consument. Die houdt op zijn beurt stand dankzij de gezonde arbeidsmarkt. Het ijzersterke jobrapport (payrolls) van september brak op een indrukwekkende manier met een reeks teleurstellende – maar geenszins zwakke – edities. De heftige marktreactie toen was het gevolg van de data-afhankelijke Fed die van maximale tewerkstelling haar prioriteit maakte. Met dat in het achterhoofd gaan we het aantal openstaande vacatures (JOLTS, dinsdag), ADP-tewerkstellingsrapport (woensdag) en het nieuwe arbeidsmarktrapport van oktober (vrijdag) tegemoet. Bij dat laatste hoort wel een belangrijke disclaimer: orkanen Milton en Helene vertekenden het beeld waarschijnlijk aanzienlijk. Sommige analisten verwachten zelfs de eerste tewerkstellingskrimp sinds 2020. De tweede Fed-pijler, inflatie, staat donderdag in de belangstelling met de publicatie van de PCE-indicator. De centrale bank verkiest deze maatstaf boven de volatielere maar tijdigere CPI’s.
Europa eist deze week ook zijn plekje in de zon. Het oude continent groeide waarschijnlijk toch iets meer (0.2% kw/kw, woensdag) dan wat de toonaangevende PMI-bedrijfsindicatoren suggereren (stagnatie). Het zou niet de eerste keer zijn dat dit soort harde data afwijken van de softe. Op donderdag zien we hoe de huidige onderschrijding van de ECB-inflatiedoelstelling (2%) slechts tijdelijk is, toch zeker richting jaareinde. Het algemeen prijspeil steeg in september met 1.7% maar schakelde in oktober wellicht een versnelling hoger (1.9%). Onderliggende graadmeters zweven onverminderd een eind boven 2%.
De Britse belegger spitst woensdag de oren voor het begrotingsvoorstel van minister van Financiën Reeves. Ze veranderde de spelregels en creëerde uit het niets extra ruimte voor schuld-gefinancierde investeringen. Maar de markt is september 2022 nog niet vergeten. Truss ging er de geschiedenisboeken mee in als kortst dienende premier ooit, een bedenkelijke eer die haar Japanse evenknie Ishiba binnenkort mogelijk ook te beurt valt. De kiezer strafte gisteren zijn Liberale Democratische Partij genadeloos af. De LDP en haar coalitiepartner verliezen de absolute meerderheid. De coalitieopties voor Ishiba en de LDP om aan het roer te blijven zijn zacht uitgedrukt ideologisch onnatuurlijk. Die politieke onzekerheid is een bijkomend argument voor de Bank of Japan om donderdag de rente (0.25%) stabiel te houden. Een nieuwe renteverhoging is ten vroegste voor 19 december.