Riksbank flirt met 50 bpn
Terwijl zijn westerbuur de boot voorlopig nog afhoudt, sloeg Zweden wel al aan het versoepelen. Na een openingszet in mei ging de Riksbank verder op hetzelfde elan in augustus. Vanmorgen was het weer van dat: -25 basispunten tot 3.25%. En de Riksbank doet er nog een schepje bovenop. Ze overweegt om de rente op de twee resterende beleidsvergaderingen van dit jaar nogmaals verlagen. Met het neerwaarts bijgesteld rentetraject geeft de Riksbank woordelijk aan dat een van die renteknippen eentje van Fed-formaat kan zijn. Ze stelt tot slot nog een à twee renteverlagingen in het verschiet voor de eerste jaarhelft van 2025.
De Zweedse kroon houdt in een eerste reactie desondanks vrij goed stand. EUR/SEK stabiliseert rond de recente laagtes nabij 11.30. Dat heeft grotendeels te maken met het algemene renteklimaat. Zowel de ECB als de Fed schaven de beleidsrente stelselmatig bij waardoor de rest, de Riksbank incluis, dat ook kan doen zonder veel nevenschade voor de munt. Een reeks zwakke cijfers ontketent zelfs een opbod aan monetaire versoepeling: een ECB-renteverlaging in oktober of een tweede opeenvolgende knip met 50 bpn door de Fed in november is nu ieder voor 60% verrekend. De Riksbank zag de opening en sprong.
De ontwikkelingen op eigen bodem moeten dat natuurlijk mee ondersteunen. Inflatie is sinds de lente niet langer de hoofdkopzorg van de centrale bank. Dat blijkt ook uit de cijfers: de Riksbank denkt dat ze de 2%-doelstelling zowel in 2024 (jaargemiddelde van 1.7% vs 2% in juni) als in 2025 (1.6% vs 1.8%) niet zal halen. Het economisch herstel verloopt trager dan verhoopt. De Zweedse centrale bank stelde de groeiverwachting voor dit jaar bij tot 0.8%, te vergelijken met 1.1% in de junivoorspellingen. Het minder restrictief rentebeleid is wel de voorbode van sterkere groei in 2025 (1.9% vs 1.7%) en 2026 (2.5% vs 2.4%).
Op basis van de huidige communicatie bedraagt de beleidsrente tegen eind dit jaar dus 2.75% en nestelt ze zich vanaf de tweede jaarhelft van volgend jaar in de buurt van 2.25%. De monetaire risico’s wijzen echter duidelijk op een versnelde tijdlijn met een mogelijks lager eindniveau. De Zweedse geldmarkt gaat bijvoorbeeld nu al uit van een knip van 50 bpn in november. Dat heeft de Riksbank aan zichzelf te wijten. De markt zag de opening en sprong. Het maakt de Zweedse kroon kwetsbaarder dan voorheen. Behalve het rentebeleid van de ECB en Fed is de risicocontext minstens even belangrijk voor de SEK. Zolang die min of meer stabiel blijft, loopt de beredeneerde gok van de Riksbank waarschijnlijk goed af. We kijken dan in eerste instantie richting EUR/SEK 11.13 en vervolgens EUR/SEK 11 als eerste SEK-weerstanden. Maar bij een opflakkering van risicoaversie en/of recessievrees rollen onze ogen richting de 2024-jaartoppen in de buurt van EUR/SEK 11.75.