Voedselprijzen blijven stijgen

Marktrapport

Eind vorige week maakte de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) haar maandelijkse voedselprijsindex bekend. De globale reflatoire dynamiek die zich post-corona ontwikkelde, komt ook via dit kanaal tot uiting. Vooral voor de bevolking van opkomende landen versterkt dit de al moeilijke economische context omwille van corona. Voor centrale banken is het mogelijk een bijkomende complicatie.

De FAO-wereldvoedselprijsindex steeg in maart met 2.1% op maandbasis, de tiende stijging op rij. Voedselprijzen bevinden zich daarmee 24.5% hoger vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. Het is tevens het hoogste niveau voor de index sinds juni 2014.

Specifieke vraag- en aanbodfactoren bepalen uiteraard in de eerste plaats de prijsbewegingen in de deelcomponenten. Toch is de opwaartse trend vrij algemeen over de 5 deelsectoren binnen de FAO-korf (plantaardige oliën, granen, melkproducten, vlees en suiker). De stijging in maart kwam vooral op rekening van hogere prijzen voor plantaardige oliën (8.0% m/m, hoogste niveau sinds 2011). Naast de klassieke vraag- en aanboddynamiek vermeldt de FAO voor sommige oliën de groeiende vraag voor de productie van biodiesel. De prijsstijging voor granen nam voor eerst in acht maanden een pauze     (-1.7%). Toch bevinden die zich nog steeds 26.5% boven het vergelijkbaar niveau van vorig jaar. In deze groep is er vooruitzicht op een betere productie in 2021. Omwille van een blijvend toenemende vraag, verwacht de FAO echter dat de verhouding tussen de beschikbare voorraad en de vraag naar granen dit jaar verder terugvalt tot het laagste niveau in zeven jaar. Voor veel deelcomponenten blijft de vraag/invoerpolitiek van China een belangrijke determinant. Dat is ook het geval voor suiker (30% stijging op jaarbasis) en melkproducten (+ 16% j/j). Hier vermeldt de FAO naast vraag en aanbod ook logistieke factoren zoals de krapte in de transportcapaciteit (containerproblematiek).

De trendmatige stijging van voedselprijzen is zoals vermeld vooral een probleem voor opkomende landen. Ter illustratie: in België vormen voedselprijzen iets minder dan 18% van de inflatiekorf. In een land als India maken voedselprijzen ongeveer 46% van de consumptiekorf uit. De hogere voedselprijzen wegen in de eerste plaats dan ook sterk op het beschikbaar inkomen van de ingezetenen in deze landen.

Voor de betrokken centrale banken is een stijgende inflatie door hogere voedselprijzen mogelijk een probleem. De hogere prijzen zijn vooral ‘aanbodgedreven’ en op zich geen uiting van een verbeterende economische activiteit. Hogere inflatie zette samen met een hogere (reële) rente in de kernlanden recent de munten van (sommige) opkomende landen onder druk. De voedselprijzen kunnen een versterkende factor zijn in een inflatie/devaluatiespiraal. De centrale bankiers komen daardoor bijkomend onder druk om het soepel beleid ter ondersteuning van het post-coronaherstel, sneller dan verhoopt bij te sturen. Een delicate evenwichtsoefening.

Figuur - JP Morgan FX index opkomende landen (blauw) – FAO voedselprijsindex

Bron: Bloomberg

Disclaimer:

Dit document is opgesteld door de KBC Economics - Markets desk en is niet opgesteld door de afdeling Research.  De desk bestaat uit Mathias Van der Jeugt, Peter Wuyts en Mathias Janssens, analisten bij KBC Bank N.V., die gereguleerd wordt door de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA). Deze marktadviezen zijn het resultaat van een kwalitatieve analyse, waarin ruimte is voor ervaringen uit het verleden en persoonlijke beoordelingen. De standpunten zijn gebaseerd op de huidige marktomstandigheden en kunnen elk moment veranderen. De meest prominente input komt van publiek beschikbare gegevens, financieel nieuws, economisch en monetair beleid en courante technische analyses. De KBC Economics - Markets desk heeft redelijke inspanningen geleverd om deze informatie te verkrijgen uit bronnen die zij betrouwbaar acht, maar de inhoud van dit document is opgesteld zonder dat er een inhoudelijke analyse is gemaakt van deze bronnen. Er is niet beoordeeld of deze inzichten al dan niet geschikt zijn voor een bepaalde belegger. De meningen zijn onze huidige meningen op de datum die op dit materiaal staat en kunnen tegengesteld zijn aan eerdere aanbevelingen als gevolg van veranderde marktomstandigheden. De auteurs staan niet in voor de nauwkeurigheid, volledigheid of waarde (commerciële of andere) van dit document. Evenmin zijn de auteurs aansprakelijk jegens degenen die dit overzicht ontvangen voor de inhoud ervan of voor enig verlies of schade (hetzij uit onrechtmatige daad (inclusief nalatigheid), contractbreuk, schending van wettelijke of andere verplichtingen ) als gevolg van enig handelen of nalaten op basis van deze inhoud, evenmin voor enige vordering  tegen de auteurs met betrekking tot de inhoud van of de informatie in dit document. Eventuele meningen die hierin worden geuit, weerspiegelen het oordeel ten tijde van het opstellen van het overzicht en kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Gezien de aard van dit advies (gekoppeld aan valuta en rente) is het advies over het algemeen niet specifiek van aard.   Als zodanig is er geen verwijzing naar enig corporate finance contract en als zodanig is er geen 12 maanden overzicht op basis van de verschillende adviezen. Dit document is slechts geldig gedurende een zeer beperkte periode, als gevolg van de snel veranderende marktomstandigheden.

Gerelateerde publicaties

Op weg naar een ‘normale’ rentecurve…?

Op weg naar een ‘normale’ rentecurve…?

CNB klaar om rentecyclus lager uit te doven

CNB klaar om rentecyclus lager uit te doven

Riksbank stelt lagere rente in het verschiet

Riksbank stelt lagere rente in het verschiet

De tweede naald in het Fed-kompas

De tweede naald in het Fed-kompas