Zomers optimisme van korte duur
Afgelopen zomer nestelde het PMI-bedrijfsvertrouwen onder de Europese aankoopdirecteurs zich opnieuw boven de voor groei neutrale 50-grens. Door de verdere versoepeling van de coronamaatregelen hernamen almaar meer bedrijven de activiteiten. Met name de hard getroffen dienstensector profiteerde daarvan. Zelfs de meest voorzichtige consumenten haalden opnieuw een frisse neus op. Dat gebeurde bij voorkeur in een lokaal café of in een lange wachtrij aan een niet nader genoemde schoenenketen. Dat zomers optimisme was van korte duur.
Kop van jut is terug de dienstensector. De reeks corrigeerde in augustus al stevig van de piek in juli en duikt deze maand in zowel Frankrijk als Duitsland onverwacht beneden 50: respectievelijk 47,5 en 49,1. De oorzaak ligt in de aanzienlijke stijging van het aantal besmettingen met het coronavirus en een verscherping van sociale-afstandsmaatregelen die hoofdzakelijk de tertiaire sector treft. Zo kalfden de Franse orderboekjes in september stevig af terwijl die in Duitsland maar lichtjes en aan het traagste tempo sinds drie maand groeiden. Tewerkstelling blijft een heikel punt, vooral in Frankrijk. Daar vrezen aankoopdirecteurs massaal een nieuwe lockdown. Aanwerven is dan geen optie. Dat is minder het geval in Duitsland, dat aan bescheiden ritme toch meer personeel inzet.
Het is gelukkig niet allemaal kommer en kwel. De verwerkende nijverheid presteert in september wel beter dan verwacht. Duitsland neemt de leiding. De deelreeks stijgt met meer dan vier punten tot het hoogste peil in twee jaar (56,6). Nieuwe bestellingen stromen binnen aan het snelste tempo in meer dan 10 jaar, vooral vanuit het buitenland. Het achterstallig werk stapelt zich op. Maar ook in de maakindustrie is een slinkend personeelsbestand dé sfeerspons. Dankzij het forse algemene herstel blijft de schade voor de samenvattende Duitse PMI wel beperkt. Die daalt van 54,4 tot 53,7. In Frankrijk compenseert de “heropleving” van de verwerkende nijverheid tot 50,9 de terugval in de dienstensector onvoldoende. De gecombineerde indicator tuimelt daardoor opnieuw onder het economisch vriespunt (van 51,6 naar 48,5).
De sectorale spreidstand geldt voor heel Europa. De verwerkende nijverheid marcheert verder (van 51,7 tot 53,7) maar de dienstensector botst tegen een muur aan (50,5 naar 47,6). De algemene indicator blijft met 50,1 maar net op het droge. PMI-ontwikkelaar IHS Markit waarschuwt in zijn traditionele uitsmijter voor een nieuwe recessie volgend op het bijzonder kort herstel tijdens het derde kwartaal.
Investeerders laten het niet aan het hart komen. Het overwegend constructief sentiment na een degelijke prestatie op Wall Street gisteren haalt vandaag de bovenhand. Europese beurzen stijgen ongeveer 2%. Europese rentes daalden heel even maar daar blijft weinig van over. Een sterke dollar dreef EUR/USD de afgelopen dagen tot kortbij cruciale steun in de buurt van 1,17. De zwakke (diensten-) PMI’s hadden het lot van het muntpaar op korte termijn kunnen bezegelen maar doen dat voorlopig niet. Wil de markt eerst meer duiding van de Amerikaanse lezing later vandaag?