Europa een stap vooruit via… belastingen?!
Als er één instelling is waar de vooruitgang dikwijls het resultaat was van een ‘geforceerd’ antwoord op een crisis, is het wel de EU. De iets ouderen herinneren zich vast de weerkerende crisissen over de baten en lasten van het landbouwbeleid. Wordt de coronacrisis ook zo’n kantelmoment? Morgen geeft de Europese Commissie haar crisisantwoord. Dat kan belangrijk zijn voor het toekomstig functioneren van de unie.
Vorige week stelden Frankrijk en Duitsland een pakket van €500 mld voor om landen en sectoren te steunen die hard door de coronacrisis zijn getroffen. De middelen hiervoor zouden binnen het kader van de Europese begroting worden geleend en als subsidie (ipv lening) naar de getroffen landen worden toegeschoven. Duistland gaat dus alvast akkoord met een gemeenschappelijke financiering, maar vier landen (Oostenrijk, Zweden, Denemarken en Nederland) blijven voorlopig wel vasthouden aan het principe dat enkel leningen worden verstrekt. Het EU-voorstel kan een compromis worden van ‘grants’ en ‘loans’.
In het Duits-Franse voorstel moeten de leningen op termijn uit de Europese begroting worden terugbetaald. Het antwoord op de vraag ‘wie gaat dat betalen?’ is daarmee doorgeschoven naar de Europese Commissie. De EU-begroting wordt vooral gespijsd door proportionele bijdragen van de lidstaten. Een verhoging van die bijdragen is politiek onhaalbaar. Je kan ook schuiven tussen begrotingsposten, maar dat betekent dat sommige landen uiteindelijk minder uit de Europese pot trekken dan ze nu gewend zijn. Zowel voor die landen als voor de EU - die (terecht of ten onrechte) al geen overschot heeft aan politieke draagkracht bij de kiezers - lijkt dat geen valabel alternatief. Als je op dit spoor doordenkt kom je mogelijk uit bij hogere Europese belastingen. Tot op heden bestonden de eigen inkomsten van de EU (naast de bijdragen van de lidstaten) vooral uit een deel van de BTW en invoerheffingen die aan de EU-begroting worden doorgestort. In het kader van de meerjarenbegroting, is de EU al lang op zoek naar meer ‘eigen middelen’. Mogelijke ‘doelwitten’ zijn er genoeg. Vooral belastingen op vormen van vervuiling of digitale taksen worden genoemd.
De lidstaten zijn altijd terughoudend om een deel van hun ‘belastingcapaciteit’ af te staan aan de EU. Misschien is er hier nu wel één of ander compromis mogelijk met het inzicht dat dit soort Europese taksen politiek nog net iets gemakkelijker te verteren is dan de andere opties. De markten zullen morgen in de eerste plaats uitkijken naar de balans tussen subsidies en leningen. Voor het functioneren van de EU op lange termijn is de financiering via Europese middelen minstens even interessant, al is een (afgerond) voorstel onwaarschijnlijk.
Nog een kleine zijstap. Het debat over hoe dat Europees reddingsplan moet worden gefinancierd, brengt ook de brede vraag aan de oppervlakte over hoe de kost van de coronacrisis op termijn kan/zal worden betaald. In de meeste uitgavenplannen van nationale regeringen is daar tot nu toe weinig over te horen. Ze komen niet veel verder dan te rekenen op de financiële compressie (artificieel extreem lage rentes) van de centrale banken. Omdat iedereen in de EU-context sterk de baten en kosten afweegt, moet hier ook al scherper nagedacht worden over wie uiteindelijk wat gaat betalen. Andere beleidsniveaus zullen niet per definitie tot hogere belastingen besluiten, maar zoals de EU zullen ze vroeg of laat geconfronteerd worden met de vraag wie de economische kostprijs van corona gaat betalen.