Het ene handelsakkoord is het andere niet
Gisteren deden we de meest recente bokkensprongen van Amerikaans president Trump in het handelsconflict met China, en de daarop volgende marktreacties, al uit te doeken. Vooralsnog blijft het koffiedik kijken of, hoe, waar en wanneer de handelsoorlog tussen de twee economische grootmachten zal eindigen. De toon van de berichtgeving verschilt dan ook van dag tot dag. Toch loont het de moeite om eens voorbij al dat gehakketak te kijken en de mogelijke (waarschijnlijke) uitkomsten te bestuderen.
We verwachten dat het conflict tussen China en de VS nog enige tijd zal aanhouden. Aan beide zijden van de onderhandelingstafel lijkt er voorlopig immers geen haast om tot een akkoord te komen. Periodes van relatieve opluchting waarin onderhandelingen worden verder gezet, zullen worden afgewisseld met periodes van escalatie. Het spreekt voor zich dat dit tot marktvolatiliteit zal blijven leiden. In het beste geval resulteren de onderhandelingen op termijn in een veelomvattend handelsakkoord met lagere handelstarieven, minder beleidsonzekerheid en structurele hervormingen in China (bv. betere bescherming van intellectuele eigendommen, hervormingen van staatsbedrijven, enz.). Dit zou ook internationaal gezien de meest gewenste uitkomst zijn.
Helaas is dit niet het meest waarschijnlijke resultaat. Het water tussen beide kanten blijft erg diep. Bovendien zal de technologiestrijd - waarbij China steeds hoger op de technologieladder wil klimmen – blijvend botsingen veroorzaken. Als de huidige handelsgesprekken tot een akkoord leiden, zal dat waarschijnlijk een erg partiële deal zijn die de onderliggende handels- en investeringsbelemmeringen niet terugdringt. Zulk akkoord zal vermoedelijk een regeling omvatten waarbij China meer Amerikaanse goederen aankoopt om het bilaterale handelstekort van de VS te verminderen. Hoewel eender welke deal voor internationale opluchting en minder onzekerheid zou zorgen, zou zo’n akkoord volgens een recente studie van het IMF ook negatieve gevolgen hebben voor andere landen die naar China exporteren. Het is immers onwaarschijnlijk dat China zijn totale invoer sterk zal opdrijven. Wanneer het als gevolg van de deal dus de invoer uit de VS moet opkrikken, zal het waarschijnlijk minder importeren vanuit de rest van de wereld. Afhankelijk van welke producten geïmpacteerd worden door de deal, zouden voornamelijk de EU (voertuigen, machine- en vliegtuigbouw), Japan (voertuigen, machinebouw en elektronica) en Zuidoost-Aziatische landen (elektronica, plastics) worden getroffen (zie figuur). Binnen de EU zou vooral de Duitse uitvoer naar China significant kunnen terugvallen. Het ene handelsakkoord is het andere dus niet en de internationale implicaties zouden wel eens aanzienlijk kunnen verschillen tussen landen.
Ondertussen worden de internationale economische gevolgen van de aanhoudende handelsoorlog steeds meer zichtbaar. De Duitse bbp-details voor het tweede kwartaal wezen al op een negatieve impact op de uitvoer. Wereldwijd blijft ook het bedrijfsvertrouwen op een ondermaats niveau. De nood aan rust en duidelijkheid op het internationale handelsvlak neemt dus toe. Een handelsdeal betekent evenwel niet noodzakelijk enkel positief nieuws…
Jill Van Goubergen, Economist KBC Groep