Centraal-Europa blijft koploper
Internationale handelsrelaties blijven markten domineren. Het bericht dat Amerikaans president Trump een beslissing over importheffingen op wagens en wagenonderdelen met 6 maanden zou uitstellen, zorgde voor een (korte) vreugde-uitbarsting. De acties tegen de Chinese telecomreus Huawei getuigen dan weer van minder vergevingsgezindheid. Een bevestiging van de geruchten van gisteren kan het handelsthema wat naar de achtergrond schuiven. Markten moeten dan op zoek naar een nieuw thema en dan komen we al snel terug bij groei uit. In de VS valt qua cijfers een leegte tot begin juni. In de euro zone zijn de PMI-indicatoren volgende week het belangrijkste ijkpunt.
Gisteren werd het 1e kwartaal BBP-cijfer voor de euro zone bevestigd op 0.4% kw/kw groei. De Duitse groei (0.4% kw/kw) kreeg ook de nodige media-aandacht, in tegenstelling tot de nochtans sterke cijfers uit Centraal-Europa. Koploper was Hongarije met 1.5% groei op kwartaalbasis. Hoewel er nog geen details beschikbaar zijn is het, in een context van de globale groeivertraging, een weloverwogen gok dat de binnenlandse consumptie floreert. Kleinhandelsverkopen en cijfers uit de bouwsector bevestigen dat vermoeden. De Hongaarse reële lonen blijven fors toenemen en de werkloosheidsgraad bedraagt amper 3.6%. Sterke binnenlandse ontwikkelingen noopten de Hongaarse centrale bank eind maart tot een voorzichtige normalisatie van het monetaire beleid. Sindsdien is het windstil. Ondanks een verdere stijging van de inflatie (3.9% j/j in april) en de goede groei verwachten we dat de centrale bank ook volgende week haar beurt zal afwachten. In juni kan dan een tweede depositorenteverhoging met 10 bpn volgen (tot 0.05%). De terughoudendheid van de NBH om de normalisatie na maart vol door te zetten duwde de forint opnieuw in het defensief. In mei gooide de beurscorrectie roet in het eten voor de risicogevoelige Hongaarse munt. EUR/HUF steeg de voorbije twee maanden van 312 tot 326. Uitstel is in het geval van de NBH normaal gezien geen afstel wat het verval in de forint moet tegenhouden.
De Poolse groei was gisteren een mooie tweede met 1.4% kw/kw. Dezelfde ingrediënten als in Hongarije liggen aan de basis. De Poolse inflatie bevindt zich kort bij de 2.5%-doelstelling van centrale bank. Toch werd gisterennamiddag eens te meer duidelijk dat de NBP geen haast heeft om over te gaan tot beleidsnormalisatie. De rente is sinds maart 2015 onafgebroken 1.5%. Als het van gouverneur Glapinski afhangt zal hij tijdens zijn termijn (die in 2022 afloopt) geen renteverhoging meemaken. Het is een publiek geheim dat de controversiële Poolse regering de “onafhankelijke” centrale bank voor haar kar spant om haar lijfspreuk “groei boven alles” te verwezenlijken. EUR/PLN zit al bijna een jaar gevangen in de nauwe 4.25-4.35 handelsband en daar lijkt weinig verandering in te komen.
De Tsjechische groei ten slotte, was degelijk met 0.5% kw/kw. De vertraging bij belangrijkste handelspartner Duitsland speelt hier een belangrijker rol. Eerder deze week zakte de Tsjechische inflatie onverwacht van 3% j/j tot 2.8% j/j. Als deze ontwikkelingen zich voortzetten zou de renteverhoging begin deze maand (tot 2%) wel eens de laatste van deze cyclus kunnen geweest zijn. EUR/CZK raakt maar moeilijk weg uit de hoge 25-zone.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal