Koolstofgrensheffing in de EU opnieuw een stapje dichter
Gisteren was een belangrijke dag op het vlak van klimaatbeleid in de EU en daarbuiten. De onderhandelaars van de Europese Raad en het Europees Parlement bereikten immers een akkoord over het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM), een CO2-heffing op de invoer van bepaalde producten en stoffen uit landen waar de milieu- en klimaateisen minder streng zijn dan in de Europese Unie.
Hoe werkt de CBAM?
Als de CBAM ingevoerd wordt zullen bedrijven buiten de EU een heffing, in de vorm van CO2-certificaten, moeten betalen als ze producten die vallen onder het Europese Emissiehandelssysteem (EU ETS) uitvoeren naar de EU. De prijs voor een CBAM-certificaat zal gebaseerd zijn op de gemiddelde weekprijs voor geveilde EU ETS emissierechten. Het aantal benodigde certificaten zal afhangen van de werkelijke CO2-emissies die in het ingevoerde goed vervat zijn. Als het niet mogelijk is om de werkelijke CO2-emissies te bepalen dan zullen er standaardwaarden gebruikt worden.
Wat is het doel?
Via het CBAM wil de EU voorkomen dat de inspanningen van de EU om de broeikasgasemissies terug te dringen worden tenietgedaan door een toename van de emissies buiten haar grenzen door verplaatsing van de productie naar niet-EU-landen (waar een minder streng klimaatbeleid) of door een toename van de invoer van koolstofintensieve producten. Naast het beschermen van de klimaatinspanningen moet het mechanisme ook een gelijker speelveld creëren tussen EU-bedrijven die actief zijn in de EU ETS-sectoren en niet-EU-bedrijven in dezelfde sectoren.
Komt de CBAM er zeker?
Het akkoord is zonder meer een belangrijke stap in de verdere uitrol van het klimaatbeleid van de EU. Toch is met het bereikte akkoord van gisteren nog niets definitiefs beslist. Het akkoord is zowel voorlopig als voorwaardelijk.
Enerzijds moet het akkoord nog goedgekeurd worden door de ambassadeurs van de EU-lidstaten en bevestigd door het Europees Parlement. Daar moet het ook nog aangenomen worden door beide instellingen voordat het definitief is. Bovendien is het akkoord ook afhankelijk van andere wetgeving, die eerst op punt gesteld moet worden. Zo moet er bijvoorbeeld nog overeenstemming bereikt worden over de uitdoving van de gratis koolstofrechten, die momenteel toegekend worden aan bedrijven in de sectoren die het meest vatbaar zijn voor koolstoflekkage (de situatie waarbij bedrijven hun productie verplaatsen naar landen waar de kosten voor CO2-uitstoot lager zijn). Momenteel zijn deze gratis toegekende emissierechten nog goed voor zowat 53% van de totale toegekende emissierechten (zie figuur). Door het afschaffen van de gratis toekenning hoopt de EU het CBAM te verenigen met de internationale handelsregels en zo te vermijden dat er een dispuut over het CBAM voor de Wereldhandelsorganisatie gebracht zou worden door andere landen.
Komt er een overgangsperiode?
In het akkoord zal de CBAM vanaf oktober 2023 in werking treden. Initieel zal de CBAM nog een eenvoudige vorm aannemen en focussen op rapportering. De EU hoopt in deze periode vooral data te verzamelen. Daarna wordt het CBAM stapsgewijs en parallel met de afbouw van de gratis koolstofrechten ingevoerd.
Wie gaat de gevolgen voelen?
Zoals gezegd zal de CBAM vooral koolstofintensieve producten raken, waaronder ijzer en staal, cement, meststoffen, aluminium, elektriciteit en waterstof. Deze lijst met producten zal verder uitgebreid worden in de jaren na de invoering van de CBAM. Op basis van de huidige lijst van producten zullen vooral Rusland, China, Turkije en het VK geïmpacteerd worden door de CBAM.