Common equity ratio
Een risicogewogen maatstaf van de solvabiliteit van de groep, gebaseerd op het kernkapitaal (common equity tier 1-kapitaal).
A: Common Equity Tier 1-kapitaal
B: Totaal gewogen risicovolume
A/B
Dekkingsratio
Deel van de impaired kredieten gedekt door stage 3-waardeverminderingen. De teller en noemer kunnen ook worden beperkt tot impaired kredieten met meer dan 90 dagen achterstalligheid.
A: Stage 3-waardeverminderingen op kredieten
B: Impaired kredieten
A/B
Eigen vermogen van de aandeelhouders per aandeel
Boekwaarde van een KBC-aandeel, m.a.w. de waarde in euro die elk aandeel vertegenwoordigt in het eigen vermogen van de aandeelhouders van KBC.
A: Eigen vermogen van de aandeelhouders
B: Aantal gewone aandelen min eigen aandelen
A/B
Gecombineerde ratio schadeverzekeringen
Technische winstgevendheid van de schadeverzekeringsactiviteiten op korte termijn, meer bepaald in welke mate de verzekeringspremies voldoen om de schade-uitkeringen en kosten te dekken.
A: Niet-leven premieallocatie-benadering: schadelasten en kosten verbonden aan schadelasten na herverzekering
B: Andere kosten dan verbonden aan schadelasten en provisies
C: Niet-leven premieallocatie-benadering: netto verdiende verwachte ontvangen premies
(A+B)/C
Kosten-inkomstenratio, zonder bank- en verzekeringsheffingen
Relatieve kostenefficiëntie (kosten ten opzichte van opbrengsten, exclusief de bank- en verzekeringsheffingen) van de groep.
A: Totale exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen
B: Betaalde verzekeringsprovisies
C: Totale opbrengsten
(A+B)/C
Kosten-inkomstenratio, inclusief bank- en verzekeringsheffingen maar zonder uitzonderlijke of niet-operationele elementen
Waar relevant berekenen we ook de kosten-inkomstenratio inclusief de bank- en verzekeringsheffingen, maar zonder uitzonderlijke of niet-operationele elementen. De bedoeling is een beter idee te geven van de relatieve kostenefficiëntie van de pure businessactiviteiten.
A: Totale exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen
B: Totale bank- en verzekeringsheffingen
C: Betaalde verzekeringsprovisies
D: Uitzonderlijke en/of niet-operationele kosten
E: Totale opbrengsten
F: Uitzonderlijke en/of niet-operationele opbrengsten
(A+B+C-D)/(E-F)
Kredietkostenratio
Waardeverminderingen op kredieten voor een bepaalde periode in verhouding tot de totale kredietportefeuille (definitie: zie Kredietportefeuille). Op langere termijn kan deze ratio een indicatie geven van de kredietkwaliteit van de portefeuille.
A: Nettowijziging in waardeverminderingen voor kredieten
B: Gemiddelde uitstaande kredietportefeuille
A/B
Kredietportefeuille
Geeft een idee van de omvang van de (voornamelijk traditionele) kredietactiviteiten.
A: Leningen en voorschotten aan klanten
B: Reverse repo’s (niet op centrale banken)
C: Schuldinstrumenten van ondernemingen en van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (bank)
D: Andere blootstelling aan kredietinstellingen
E: Verstrekte financiële garanties aan klanten en andere commitments
F: Waardeverminderingen op kredieten
G: Verzekeringsentiteiten (-)
H: Niet-kredietgerelateerde vorderingen (-)
I: Overige
A+B+C+D+E+F+H+G+H+I
Liquiditeitsdekkingsratio (Liquidity coverage ratio, LCR)
Liquiditeitspositie van de bank op korte termijn, meer bepaald in welke mate de groep in staat is liquiditeitsmoeilijkheden te doorstaan gedurende een maand. Het betreft het gemiddelde van de LCR-cijfers van de 12 maandafsluitingen.
A: Liquide activa van hoge kwaliteit
B: Totale nettokasuitstroom voor volgende dertig kalenderdagen
A/B
Marktkapitalisatie
Beurswaarde van de KBC Groep.
A: Slotkoers KBC-aandeel
B: Aantal aandelen
AxB
Netto stabiele financieringsratio (Net stable funding ratio, NSFR)
Structurele liquiditeitspositie van de bank op lange termijn, meer bepaald in welke mate de groep in staat is liquiditeitsmoeilijkheden te doorstaan over een periode van één jaar.
A: Beschikbaar bedrag stabiele financiering
B: Vereist bedrag stabiele financiering
A/B
Nettorentemarge
Nettorente-opbrengsten van de bankactiviteiten (een van de belangrijkste inkomstenbronnen van de groep) ten opzichte van de gemiddelde totale rentedragende activa van de bankactiviteiten. De nettorente-inkomsten van de bankactiviteiten zijn exclusief de dealingrooms en de nettorente-impact van ALM FX swaps en repo’s.
A: Nettorente-inkomsten van de bankactiviteiten
B: Gemiddelde rentedragende activa van de bankactiviteiten
A/B x 360/aantal kalenderdagen
Ratio van impaired kredieten
Aandeel van impaired kredieten in de kredietportefeuille (definitie: zie Kredietportefeuille), dus reflectie van de kredietwaardigheid van die portefeuille. Impaired loans zijn leningen waarvoor het onwaarschijnlijk is dat de volledige contractuele hoofdsom en interesten worden (terug)betaald (KBC-defaultstatus PD 10, PD 11 en PD 12). De teller in de formule kan worden beperkt tot impaired loans die meer dan 90 dagen achterstallig zijn (PD 11 + PD 12).
A: Impaired kredieten
B: Totale kredietportefeuille
A/B
Rendement op eigen vermogen
Relatieve rendabiliteit van de groep, meer bepaald de verhouding van het nettoresultaat tot de ingezette eigen middelen.
A: Resultaat na belastingen, toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij
B: Coupon op de AT1-instrumenten
C: Gemiddeld eigen vermogen van de aandeelhouders
(A-B)/C
Totaal beheerd vermogen (assets under management)
Bestaat uit direct beheerd geld van de klanten (assets under distribution voor retail-, private banking- en institutionele klanten), groepsactiva (waaronder pensioenfonds), activa van funds-of-funds en activa onder adviserend vermogensbeheer. Het bevat de activa beheerd door de verschillende vermogensbeheerbedrijven van de groep en de activa onder adviserend vermogensbeheer bij KBC Bank. De omvang en de ontwikkeling van het totale beheerde vermogen zijn belangrijke elementen bij de nettoprovisie-inkomsten (genereren instap- en beheersvergoedingen).
A: Direct beheerd geld van de klanten (assets under distribution)
B: Beleggingsadvies
C: Funds-of-funds
D: Groepsactiva, incl. pensioenfondsen
A+B+C+D
Winst per aandeel, gewoon en verwaterd
Geeft een idee van hoeveel winst van een bepaalde periode toekomt aan één aandeel (en desgevallend inclusief verwaterende instrumenten)
A: Resultaat na belastingen, toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij
B: Coupon op de additional tier 1-instrumenten in het eigen vermogen
C: Gemiddelde van het aantal gewone aandelen (plus verwaterende opties), min eigen aandelen
(A-B)/C