Marktverwachtingen
Update van 7 november 2024
Risicoverklaring
Omdat we hoofdzakelijk actief zijn als bank-verzekeraar en vermogensbeheerder, zijn we blootgesteld aan een aantal typische risico’s voor die financiële sectoren, zoals – maar zeker niet uitsluitend – kredietrisico, kredietrisico van tegenpartijen, concentratierisico, interestrisico, muntrisico, marktrisico, liquiditeits- en financieringsrisico, risico van aangegane verzekeringsverplichtingen, wijzigingen in de regelgeving, operationeel risico, betwistingen van klanten, concurrentie van andere en nieuwe spelers en de economie in het algemeen. Hoewel KBC al die risico's nauwlettend opvolgt en beheert binnen een strikt risicokader, kunnen ze toch een negatieve invloed hebben op de waarde van activa of bijkomende kosten genereren boven de verwachte niveaus.
Momenteel wordt een aantal factoren als de belangrijkste uitdagingen beschouwd voor de financiële sector in het algemeen. Deze vloeien voornamelijk voort uit de meestal indirecte maar aanslepende impact van de oorlog in Oekraïne, zoals de uitgestelde effecten van de stijging van de energie- en grondstoffenprijzen en de tekorten aan de aanbodzijde die daar het gevolg van zijn. Dat heeft geleid tot een stijging van de inflatie, met opwaartse druk op de rentetarieven, zwakkere groeivooruitzichten (of zelfs vrees voor een recessie) en bezorgdheid over de kredietwaardigheid van tegenpartijen in de meest blootgestelde economische sectoren tot gevolg. De geopolitieke risico's blijven hoog, zoals blijkt uit het escalerende conflict in Gaza/Israël en het MiddenOosten. Het grote aantal verkiezingen in 2024 over de hele wereld, waaronder in de VS, draagt bij aan de geopolitieke onzekerheid. Deze risico's beïnvloeden alle economieën in de wereld, maar vooral de Europese, dus ook de thuismarkten van KBC. De onzekerheid over de regelgeving en compliancerisico's (onder meer met betrekking tot de kapitaalvereisten, de antiwitwasregelgeving, GDPR en ESG/duurzaamheid) blijven een overheersend thema in de sector, evenals een betere bescherming van de consument. Digitalisering (met technologie en AI als katalysator) creëert zowel kansen als bedreigingen voor het bedrijfsmodel van traditionele financiële instellingen, terwijl klimaat- en milieugerelateerde risico's hand over hand toenemen (wat recent nog bleek met storm Boris in Centraal-Europa). Het cyberrisico is de voorbije jaren een belangrijke bedreiging geworden, niet alleen voor de financiële sector, maar voor de economie in haar geheel. De oorlog in Oekraïne heeft wereldwijd een toename van het aantal cyberaanvallen in gang gezet. Ten slotte zagen we dat regeringen in heel Europa aanvullende maatregelen namen om hun begrotingen te ondersteunen (via hogere belastingbijdragen van de financiële sector) en ook hun burgers en bedrijven (door bijvoorbeeld renteplafonds op leningen in te voeren of aan te dringen op hogere rentes op spaarrekeningen).
We verstrekken informatie met betrekking tot het risicobeheer in ons jaarverslag, onze kwartaalverslagen en risk reports, die allemaal beschikbaar zijn op www.kbc.com.
Onze kijk op economische groei
De Amerikaanse groei bedroeg in het derde kwartaal 0,7%, evenveel als in het tweede kwartaal, vooral gedreven door de particuliere consumptie. De groei zal naar verwachting weer afnemen tot ongeveer 0,3% in het vierde kwartaal van 2024, omdat we ervan uitgaan dat de krapte op de arbeidsmarkt verder zal afnemen.
De groei in de eurozone bedroeg in het derde kwartaal 0,4%, tegenover 0,2% in het tweede kwartaal. De verwerkende industrie blijft een zwakte vertonen, terwijl het verwachte herstel in de dienstensector (nog) uitblijft. De groei zal naar verwachting ongeveer het huidige tempo aanhouden en in de tweede helft van 2025 aantrekken door een herstel van de binnenlandse consumptie.
De kwartaal-op-kwartaalgroei in België bedroeg 0,2% in het derde kwartaal, tegenover 0,3% in het tweede kwartaal. De relatief sterke binnenlandse vraag woog nog altijd zwaarder dan de negatieve bijdrage aan de groei van de netto-uitvoer. Voor de rest van 2024 verwachten we dat de groei min of meer zal overeenstemmen met die van de eurozone.
De Tsjechische economie groeide in het derde kwartaal met 0,3%, tegenover 0,4% in het tweede kwartaal. Dit werd ondersteund door de particuliere consumptie, tegen de achtergrond van een zwak en vertraagd industrieel herstel en de ongunstige economische gevolgen van de overstromingen in het land. De zwakke groei van de industriële sector woog ook zwaar op de groei in Hongarije in het derde kwartaal (-0,7%). Volgens onze laatste schattingen was de groei in Bulgarije en Slowakije in het derde kwartaal relatief sterk, met respectievelijk 0,6% en 0,8%.
Het grootste risico voor onze kortetermijnvooruitzichten voor de Europese groei betreft de mogelijke gevolgen van de Amerikaanse verkiezingen in november. Bovendien houdt het conflict in het Midden-Oosten het risico van hogere energie- en grondstofprijzen in. Andere risico's zijn het voortduren van de huidige zwakte van de wereldwijde verwerkende industrie. Specifieke Europese risicofactoren zijn onder andere de begrotingsbesprekingen in de EU voor 2025, die voor meer onzekerheid kunnen zorgen en daardoor de economische groei negatief kunnen beïnvloeden en de risicopremies voor kwetsbare eurolanden tijdelijk kunnen verhogen.
Onze kijk op rentevoeten en wisselkoersen
De desinflatie in de eurozone en de VS lag in het derde kwartaal grotendeels op schema. In de eurozone daalde de inflatie in september meer dan verwacht tot 1,7%, in de eerste plaats door de lagere energieprijzen. We verwachten echter dat de inflatie in de komende periode weer zal toenemen. Na januari 2025 zal de inflatie naar verwachting haar dalende tendens naar het streefcijfer van 2% van de ECB hervatten.
De ECB zette haar versoepelingscyclus voort en verlaagde haar depositorente in september en oktober met telkens 25 basispunten. Er wordt van uitgegaan dat ze die rente in december 2024 met nog eens 25 basispunten zal verlagen. Er worden nog meer renteverlagingen verwacht in 2025.
In september begon ook de Fed met zijn versoepelingscyclus door zijn beleidsrente met 50 basispunten te verlagen. De omvang van deze renteverlaging werd ingegeven door de zwakke arbeidsmarktgegevens van dat moment, die een gevoel van pessimisme en angst voor een recessie opwekten. Deze verdwenen toen de arbeidsmarktgegevens veerkrachtiger bleken dan gevreesd. We verwachten dat de Fed zijn beleidsrente in 2024 nog twee keer met 25 basispunten zal verlagen. Er worden nog meer renteverlagingen verwacht in 2025.
De rente op tienjarige obligaties in de VS en Duitsland ging geleidelijk omlaag en bereikte een dieptepunt medio september. De belangrijkste drijfveer was de bezorgdheid over de groei, vooral voor de Amerikaanse arbeidsmarkt. Toen deze bezorgdheid afnam, veerde de obligatierente sterk op tot het huidige niveau van ongeveer 4,20% in de VS en 2,30% in Duitsland. Daardoor nam het Amerikaans-Duitse renteverschil weer sterk toe. Dat renteverschil bepaalde ook in belangrijke mate de USD/EUR-wisselkoers. De dollar daalde geleidelijk in waarde naarmate het Amerikaans-Duitse renteverschil kleiner werd. Toen de Amerikaans-Duitse spread vanaf de tweede helft van oktober weer groter werd, begon de Amerikaanse dollar terrein terug te winnen.
De Tsjechische nationale bank verlaagde haar beleidsrente in twee stappen van elk 25 basispunten in het derde kwartaal. Er worden nog twee renteverlagingen van 25 basispunten verwacht tegen het einde van 2024 en waarschijnlijk nog één in het eerste kwartaal van 2025. Sinds het begin van het derde kwartaal is de Tsjechische kroon relatief stabiel, vooral onder invloed van het wereldwijde risicosentiment, de renteverschillen met de belangrijkste centrale banken en de wisselkoers tegenover de Amerikaanse dollar. Verwacht wordt dat de kroon de komende kwartalen licht zal stijgen.
In het derde kwartaal van 2024 verlaagde de nationale bank van Hongarije haar beleidsrente twee keer met telkens 25 basispunten. Eind 2024 en in 2025 worden nog meer geleidelijke verlagingen verwacht. De Hongaarse forint is per saldo in waarde gedaald ten opzichte van de euro en zal – onder invloed van het structurele positieve inflatieverschil met de eurozone – naar verwachting verder depreciëren in 2025.
Voor gedetailleerde analyses en gegevens, zie KBC Economics.
Disclaimer:
verwachtingen, prognoses en verklaringen over toekomstige ontwikkelingen zijn gebaseerd op veronderstellingen en inschattingen die gemaakt zijn bij het opmaken van de tekst. Toekomstgerichte verklaringen zijn per definitie onzeker. Diverse factoren kunnen ertoe leiden dat de uiteindelijke resultaten en ontwikkelingen afwijken van de initiële verklaringen. KBC verplicht er zich niet toe om de tekst te updaten bij nieuwe ontwikkelingen.