(Weinig) tijd voor respijt
De markten hebben er een turbulente maand opzitten. Risicovolle activa (zoals de beurzen) kregen ook vorige week een nieuwe opdoffer te verwerken. Beleggers vluchtten in groten getale naar de veilige havens, waaronder Amerikaanse overheidsobligaties. Dat weerspiegelde zich in afbrokkelende rentes. De Amerikaanse tienjaarsrente donderde vorige week een kleine 15bp naar beneden. Een resem sterke data en een vastberaden Fed duwde die begin oktober nog naar het hoogste peil sinds 2011. Een gelijkaardig patroon merken we op in de Duitse rente. De wisselmarkt vertoonde eveneens een klassieke ‘risk-off’. De Japanse yen ging erop vooruit. Ook de dollar hernam haar rol en won terrein. De vraagt die op ieders lippen brandt: hoe lang en hoe ver gaat de huidige correctie nog?
Na de vraag, de ontnuchtering: op een glazen bol is het vooralsnog wachten. Maar tijdens de laatste handelsuren zette de markt vrijdag wel een voorzichtige kentering in. Zowel Amerikaanse/Europese beurzen als de rentes bodemden uit en de rally van de handelsgewogen dollar kende een dipje. Het licht verbeterd sentiment houdt ook na het weekend aan. De markt slaakt een Italiaanse zucht(je) van opluchting nadat kredietbeoordelaar S&P vrijdag (nabeurs) de outlook verlaagde van stabiel naar negatief maar de rating van het land onveranderd op BBB houdt. Het trekt daarmee (tijdelijk) de angel uit de Italiaanse saga. Het nieuws overstijgt zelfs de Duitse politieke malaise. De nieuwe regionale verkiezingsnederlaag (Hessen) van Merkel’s CDU en haar coalitiepartner SPD (zondag) stelt de al wankele positie van de kanselier verder in vraag. Eerder deze ochtend klonk het in Duitse media dat ze zich in december niet meer verkiesbaar stelt als partijhoofd. Ruimen de Italiaanse kopzorgen plaats voor Duitse? Politiek aan de andere kant van de oceaan dreigt evenmin de gemoederen te bedaren. Met een om weinig verlegen zittende president en nog één week te gaan tot de Amerikaanse tussentijdse verkiezingen (6 november), houden we best rekening met enkele bokkesprongen in de markt.
Behalve (geo)politieke perikelen, bevat de economische kalender deze week ook heel wat marktpotentieel. De Amerikaanse inflatie (later vandaag) boet mogelijk wat in aan belangstelling nadat prijsdata (derde kwartaal) vorige week al een tipje van de sluier oplichtten. We kijken morgen wel uit of de alom gevreesde globale groeivertraging sporen nalaat op het Amerikaans consumentenvertrouwen. Ook de Europese, Chinese (PMI’s) en Amerikaanse (ISM’s) bedrijfsleiders laten deze week in die volgorde in hun kaarten kijken. Aandacht gaat verder naar de derde kwartaalgroei (dinsdag) en inflatie (donderdag) in de eurozone. De VS sluiten de drukke week vrijdag af met het maandelijks arbeidsmarktrapport. Tussen het databombardement door, serveren enkele kleppers (Apple, Facebook, General Electric…) hun derdekwartaalresultaten.
De consensus voor de meeste data liggen op redelijke niveaus. Maar is dat voldoende voor de markten? In het huidige fragiele risicoklimaat liggen is de marktreactie op verrassingen eerder asymmetrisch verdeeld. Een kleine teleurstelling weegt recent zwaarder door op de markt dan een positieve verrassing. De drukke politieke en economische agenda biedt de markt in dat opzicht misschien maar weinig tijd voor respijt.