Powell negeert Trump (voorlopig)
Het staat in de sterren geschreven, in een niet al te verre toekomst zullen het pad van Amerikaanse president Trump en Fed-voorzitter Powell elkaar opnieuw kruisen. Logischerwijs hield de Fed-voorzitter concrete bespiegelingen over die Amerikaanse ‘cohabitation’ nog even af. De beleidsmaatregelen van de nieuwe Amerikaanse regering zijn tot nader bericht niet meer dan weinig concreet hypothetisch denken. Het is nog niet duidelijk hoe diepgaand nieuwe maatregelen zullen zijn en hoe ze het bredere economisch weefsel zullen beïnvloeden (vb. invloed van invoerheffingen op de groei). De Fed volgt het op, maar trekt nog geen conclusies voor het beleid op korte termijn. Er kan al iets doorsijpelen in de vooruitzichten van december, maar waarschijnlijk duurt het minstens tot maart voor een meer berekende inschatting.
De beslissing zelf dan. Na de blitse start met 50 bpn in september vijlde de Fed gisteren 25 bpn van de beleidsrente af (tot 4.5%-4.75%). De beslissing was unaniem. Het beleidscommuniqué werd lichtjes bijgestuurd. De inschatting over de inflatieafkoeling was op het eerste gezicht iets neutraler, maar Powell verduidelijkte dat dit geen signaal is over het tempo van renteverlagingen (of een eventuele pauze). De Fed gebruikt de ruimte die er is om de rente naar een meer neutraal niveau te brengen, al is daar geen haast bij. De risico’s i.v.m. groei en inflatie zijn beide symmetrisch. De context is ondertussen wel zeer diffuus. Daardoor is het ongepast om concrete aanwijzingen te geven over het rentepad en al zeker over het eventuele eindpunt van de cyclus. Data-afhankelijkheid is meer dan ooit het codewoord, met de daaraan verbonden onzekerheid/volatiliteit voor de markten.
Wat die recente data betreft, benadrukt Powell dat de Amerikaanse economie het opvallend goed blijft doen. De arbeidsmarkt koelt wat af, maar blijft sterk en dat mag zo blijven. Ze is op dit ogenblik geen bron van inflatie. Het (dis)inflatie parcours blijft hobbelig. Vooral kerninflatie mag iets sneller dalen, al is die ‘koppigheid’ ook vooral een uitloper van het verleden (huisvestingskosten) waar de Fed nu weinig kan aan doen. Powell waarschuwde voor het hoge fiscale tekort en de oplopende, onhoudbare overheidsschuld, maar die vallen buiten de invloedsfeer van de Fed. Voorlopig beïnvloeden ze de financiële condities niet op een manier dat de Fed het beleid eventueel moet bijsturen.
Amerikaanse rentes daalden gisteren tussen 6 bpn (2-j) en 10.5 bpn (10-j) maar dat was vooral een reactie op de forse stijging van woensdag. De beweging n.a.v. de Fed-beslissing bleef beperkt. Ondanks de voorlopig agnostische boodschap van Powell over de mogelijke impact van het beleid van de Trump-administratie, wordt een terugkeer naar de neutrale rente (+/- 3.5%) moelijker. Hogere risicopremies blijven zorgen voor opwaartse rentedruk aan het lange eind van de curve. Voor de dollar is het beeld iets minder duidelijk. Rentesteun is positief, maar in de mate dat die hogere rente ook een toenemend (fiscaal) risico impliceert, wordt de steun minder uitgesproken. Op korte termijn speelt dit argument vooral op de achtergrond. Een terugkeer van EUR/USD richting het jaardieptepunt van 1.0601 blijft ons voorkeurscenario.