Verzekering tegen republikeinse homerun
De Amerikaanse 10j-rente sloot gisteren aan 4.2%. Daarmee maakte ze de volledige daling ongedaan die startte met een zwak arbeidsmarktrapport begin augustus en via blinde marktpaniek en een inaugurele Fed-renteknip van 50 bpn leidde tot een bodem rond 3.6% midden september. Vanuit technisch oogpunt kan het snel richting 4.5% gaan.
Vanwaar de plotse ommekeer? In eerste instantie de economische cijfers. Vielen de dominosteentjes voor de ECB de voorbije maand in de richting naar snellere vervolgactie, dan was dat voor de Fed naar een meer graduele aanpak na het stevige openingsschot. Zowel payrolls als inflatiecijfers of recent nog kleinhandelsverkopen nopen de data-afhankelijke Fed tot geleidelijkheid. En nog belangrijker: de markt gaat mee in het scenario dat Powell en co eigenlijk midden september al uit de doeken deden. Nu de markt opnieuw in het Fed-gareel loopt, verschuift de aandacht van de volgende Fed-meeting (7 november), naar die andere cruciale afspraak in dezelfde week: Amerikaanse presidentsverkiezingen (5 november).
Opiniepeilingen duiden geen winnaar aan. Alle prognoses vallen binnen de marge van de statistische onzekerheid. Zowel voor de presidentsrace als voor de verkiezingen voor het Huis van Afgevaardigden en de Senaat (samen het Congres). En dus neemt de markt een verzekering tegen de meest (markt)disruptieve uitkomst ten opzichte van een status quo: een republikeinse homerun. De stijging van het lange eind van de curve en een steilere rentecurve is hiervan een eerste uiting. Het is één van onze stokpaardjes dat het nieuwe normaal voor lange rentes een terugkeer is naar het oude normaal, van voor de aaneenschakeling van crisissen die startte in 2008. Het nul- of zelfs negatieve rentebeleid van centrale bankiers heeft schulden voor een lange tijd “betaalbaar” gemaakt. De nieuwe monetaire norm verraadt dat aan de onderliggende schuldproblematiek gedurende al die tijd amper iets wijzigde. Fiscaal bouwen op die wankele ondergrond duwt de kredietrisicopremie en dus lange rentes hoger. In Europa is eenzelfde fenomeen aan de gang. De zwakste leerlingen van de klas (Frankrijk, België), doen het relatief gezien slechter dan landen met een positieve (Portugal) of gewoon al gunstigere begrotingsdynamiek (Spanje, Italië). Opvallend genoeg rondde gisteren ook het korte eind van de Amerikaanse curve de psychologische kaap van 4%. Meer en meer Fed-leden verwijzen naast de onhoudbare publieke financiën opnieuw naar een hogere neutrale rente.
Op de wisselmarkt zorgde dezelfde combinatie voor dollarwinsten. Aanvankelijk de sterkere Amerikaanse cijfers, daarna het afdekken van het verkiezingsrisico. In dit geval kijkt de markt vooral naar het mogelijkse buitenlandse en handelsbeleid en dat is protectionisme in het kwadraat bij een nieuwe Trump-termijn. Eentje waarbij het Congres zelfs omzeild kan worden als het blauw of paars ipv rood kleurt. Trump stelde onder meer een algemene invoerheffing van 10% of 20% voor op alle goederen die de VS binnenkomen en zelfs tarieven tot 60% voor alles van Chinese makelij. Hoewel de kans groot is op vergelding, zijn vooral de tegenpartijen in eerste instantie slachtoffer van een nieuwe handelsoorlog. De Trump-premie houdt munten zoals de euro of de Chinese yuan in principe in het defensief in de aanloop naar de verkiezingen. EUR/USD 1.0778 is de eerste technische referentie. Daarna volgt 1.0601.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal