EUR/GBP danst op een slappe koord
We haalden het hier gisteren al even aan: de breuk van EUR/GBP beneden 0.85 is een feit. Het was Frans president Macron die de euro het werk voor de Britse munt liet doen. Maar dat doet geen afbreuk aan een voor het overige degelijke prestatie van het pond. EUR/GBP vertoeft sinds begin dit jaar binnen een erg enge handelsband van ruwweg 0.85/0.86, waarvan een groot deel van de tijd in de onderste helft. Vooral de GBP-rally van midden mei trekt de aandacht. Ingegeven door het sterk arbeidsmarkt rapport toen en versterkt door een zoveelste opwaartse inflatieverrassing (april) waagde EUR/GBP zich van 0.86 al heel even aan een kort avontuur beneden 0.85.
Die economische datacyclus herhaalt zich traditiegetrouw elke maand met het nieuw arbeidsmarktrapport vanmorgen. Momenteel gaat de aandacht van de markt vooral uit naar de lonen. De huidige sterke groeidynamiek houdt allerlei graadmeters van inflatie op een te hoog (> 2%) niveau. Dat is nog het meest zichtbaar in de arbeidsintensieve dienstensector (5.9% in april). In de drie maanden tot en met april stabiliseerde de loongroei op 6%. Dat rijmt voor alle duidelijkheid niet met de snelle terugkeer naar 2% inflatie die de Britse centrale bank ambieert. Maar het is tenminste niet de versnelling tot 6.1% die de markt verwachtte. Een magere troost, hoor ik u denken, maar weet dat een uitkomst beneden de verwachtingen sinds het herstel vanaf juli 2020 slechts vier keer voorviel. De combinatie met een groter dan gevreesde terugval van de tewerkstelling (-139k in de drie maanden t.e.m. april) na een al povere prestatie in maart deelde het pond een tikje uit in de vroege Europese handelsuren.
De beweging was geen lang leven beschoren. Ze overleeft dit schrijven niet, integendeel. Een eerste verklaring is praktisch van aard. Er liggen belangrijke inflatiedata in het verschiet (volgende week woensdag). Ze slepen eenzelfde kwalijke reputatie mee als de looncijfers. Nu anticiperen op het tegenovergestelde is een risico dat de markt niet wil lopen. Bovendien komen ze een dag voor de beleidsvergadering van de centrale bank (20 juni). Het ECB-scenario - renteknip in juni - kieperden we al eerder in de vuilbak. Maar bij een nieuwe opwaartse inflatieverrassing oogt zelfs een Fed-scenario (twijfel tussen 1 of 2 renteverlagingen) stilaan te optimistisch. In de EUR/GBP-arena staat dus een tot nader bericht weerbaar pond tegenover een zwakke euro. De gok van Macron en de herintroductie van Europese politieke onzekerheid maakt ons op korte termijn, en minstens tot zolang de uitkomst bekend is, koele minnaars van de eenheidsmunt. Volgens sommige bronnen overweegt de Franse president bij een nederlaag zelfs zijn ontslag. Dat maakt de zaak zo mogelijk nog explosiever. EUR/GBP is zowel fundamenteel als technisch kwetsbaar. Het 2024-dieptepunt van 0.844 gisteren staat vandaag al opnieuw onder druk. Een breuk lager verruimt het speelveld tot 0.834 en vervolgens tot 0.82 - 0.825.