Japanse yen is terug naar af
Deze middag weten we hoeveel kruit het Japanse ministerie van Financiën eind april verschoot om de munt weg te slaan van de zwakste koersen (USD/JPY 160) sinds 1990. Op basis van gegevens van zichtrekeningen van de Bank of Japan vermoedt de markt een nieuw maandrecord van ongeveer 9400 miljard yen, ruwweg zo’n €55 miljard. Gespendeerd over twee handelsdagen wel te verstaan.
Een maand na de feiten maken we de balans op. USD/JPY viel tijdens de gerichte acties terug van USD/JPY 158/160 tot 152. Het ministerie maakte nuttig gebruik van enkele Japanse feest-/sluitingsdagen om in een illiquide markt een maximale impact te bekomen. Ze slaagde er echter niet in om de druk permanent van de ketel te halen. Eerder deze week kwamen we opnieuw in de buurt van USD/JPY 158. De eenzijdige interventies hebben weinig zin in een strijd met ongelijke wapens. JPY kan niet opboksen tegen de riante rentesteun die quasi elke andere munt ter wereld geniet. Beseft de markt zoals de voorbije maand dat het hogere renteverhaal nog langer zal duren, dan betaalt de yen het gelag in die stijgende rentecontext. Zeker omdat de Japanse centrale bank voorlopig officieel geen haast toont om snel en veel extra normalisatiestappen te zetten. De context leent er zich nochtans voor om na de symbolische stap van -0.1% tot 0% ook komaf te maken met het decennialange nulrentebeleid. Tijdens de jaarlijkse loononderhandelingen (shunto) sleepten de grootste vakbonden loonstijgingen van gemiddeld 5.24% uit de brand, de sterkste toename in meer dan 30 jaar tijd. Japanse inflatie bleef op nationaal niveau in april voor alle maatstaven boven de 2%-inflatiedoelstelling van de BoJ. Vooroplopende cijfers voor de maand mei uit de regio rond de hoofdstad Tokio suggereren vanochtend een verdere stijging richting 3%.
Hoewel de BoJ de lippen nog stijf houdt, voelt de Japanse rentemarkt dat de balans aan het kantelen is. De Japanse 2-j rente liet voor haar normen een astronomische stijging van 0.2% begin april (voor de shunto-uitkomst) tot 0.4% op vandaag optekenen. Dat is het hoogste niveau op die korte, aan het monetaire beleid gebonden, looptijd sinds 2009. Geldmarkten geloven in een beperkte renteverhoging met 10 basispunten (tot 0.1%) op de julivergadering (nieuwe kwartaalvooruitzichten) en een beleidsrente van 0.25% eind dit jaar. We durven het bijna niet schrijven, maar die inschatting lijkt eerder conservatief. Om de structurele verzwakkingstrend van de yen een halt toe te roepen blijft het hoe dan ook te weinig. Pas als de marsrichting bij de “groten” verandert, kunnen we spreken over mogelijke bodemvorming. Het lange eind van de Japanse rentecurve volgde de globale marktbeweging. De Japanse 10j-rente steeg voor het eerst sinds 2012 boven 1% uit.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal