Stevigere bodem na rentecorrectie?
Het nieuwe marktevenwicht kwam gisteren op een nieuwsarme dag niet in gevaar. De Amerikaanse dollar en vooral rentes stegen iets verder weg van de geteste steunniveaus. Amerikaanse beurzen tonen eerste tekenen van twijfel/verdeeldheid aan absolute recordkoersen. We staan vandaag stil bij de belangrijkste afspraken deze week.
Vandaag gaat de aandacht vooral naar Fed-gouverneur Waller. Zijn toespraken dienden dit jaar als naald in het marktkompas. Hij kwam in deze katern eerder aan bod als leider en spreekbuis van de grote minderheid binnen de Amerikaanse centrale bank (9/19) die op de maartvergadering al aanstuurde op maximaal twee renteverlagingen dit jaar. In februari waarschuwde hij als eerste (“what’s the rush?”) voor koppige prijsdruk in een omgeving van stabiele groei en een sterke arbeidsmarkt. Zijn sequeel (“there’s still no rush”) kreeg eind maart de nodige/verdiende (markt)aandacht gegeven opeenvolgende opwaartse inflatieverrassingen. Het is raden naar de oneliner waarmee de mogelijke opvolger van Fed-voorzitter Powell deze namiddag op de proppen komt, maar één ding is zeker. Zijn (persoonlijke) richtlijnen over de richting van het monetaire beleid dienen als proxy voor de nieuwe beleidsrenteprognoses die de Fed in juni naar buiten brengt. Ze zullen worden afgezet tegen de huidige marktverwachtingen (renteverlagingen in september en december). Iets conservatievere richtlijnen kunnen de huidige evenwichtsoefening op rentemarkten verlengen. U weet wel, pingpong tussen september en december…
Vanuit het VK volgt een trio aan mogelijke influencers met een toespraak van BoE-voorzitter Bailey na sluiting vanavond, inflatiecijfers morgenvroeg en kleinhandelsverkopen op vrijdag. Vooral die eerste twee kunnen meer uitsluitsel geven op de kans dat de BoE de beleidsrente op de volgende vergadering in juni al met 25 basispunten knipt. De markt schat de kans voorlopig in op 50%. Ons gevoel zegt dat Bailey geneigd is om de trekker over te halen omdat inflatie in mei een duik richting/beneden de 2%-inflatiedoelstelling neemt. Het maakt de bodem onder EUR/GBP (0.85) nog steviger.
Tot slot publiceert de Europese centrale bank op donderdag de gemiddelde uitkomst van loononderhandelingen in het eerste kwartaal. Vorig jaar schommelde de looninflatie tussen 4.36% (Q1 2023) en 4.69% (Q3 2023). Binnen dat vork blijft de ruimte tot vervolgrenteverlagingen na juni beperkt. Behalve de looncijfers bevestigen PMI-bedrijfsvertrouwensindicatoren voor de maand mei hopelijk het ontluikende economische herstel in de euro zone. Voor de marsrichting op de rentemarkten betekent zo’n scenario een verdere stijging weg van de steunniveaus. Voor EUR/USD zijn de dollarsteunniveaus (EUR/USD 1.0895 weerstand) kwetsbaarder.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal