Capital Markets Union van onder het stof
Frankrijk blies bij monde van minister van financiën Bruno Le Maire onlangs nieuw leven in de oprichting van eengemaakte Europese financiële markten. Dit moet het vrij verkeer van kapitaal – naast dat van goederen, diensten en personen – binnen de Europese interne markt faciliteren. Het Capital Markets Union (CMU) project werd in september 2015 boven het doopvont gehouden maar veel verder dan wat ambitieuze tekst op papier geraakte het niet. Le Maire wil geen woorden meer, maar daden. Hij lanceerde het voorstel van een CMU die zich initieel tussen drie of vier landen voltrekt. Anderen kunnen op vrijwillige basis later toetreden. In een interview met de Britse zakenkrant Financial Times deelde de spreekbuis van Europese investeringsmanagers vanmorgen de frustratie van Le Maire. De European Fund and Asset Management Association vreest voor een financiële aderlating bij gebrek aan actie.
Het financieel landschap in de Europese Unie is erg versplinterd. Het is een bont allegaartje van nationale markten, toezichthouders en 27 setjes van regels en voorschriften die in het slechtste geval elkaar nog eens tegenspreken. Het is een horrorshow voor investeerders. De buitenlandse laten dit juridisch kluwen voor wat het is. Als de binnenlandse er zich al aan waagt (zie grafiek), blijft hij meestal onder de kerktoren. Het resultaat is oppervlakkige, minder liquide markten in vergelijking met pakweg de Verenigde Staten. Niet alleen stroomt er onvoldoende kapitaal tussen de lidstaten onderling, uit het Europese blok lekt ieder jaar naar schatting een slordige €250 miljard naar veel minder gefragmenteerde regio’s. Dit is met wat dichterlijke vrijheid +/- 2% van het bbp van de Europese Unie. Wat als Europa die leegloop kan kenteren? Dan vindt het plots de middelen om aan de defensiedoelstelling van de NATO te voldoen.
Het zijn die massieve budgettaire uitdagingen die voor hernieuwd momentum van CMU zorgden. Het begint bij sommige Europese leiders te dagen. De huidige uitgaven voor defensie schieten jaarlijks zo’n €75 miljard tekort, becijferde de Europese Centrale Bank. Het behalen van de 2040 klimaatdoelstellingen vereist een inhaalbeweging van €800 miljard (!) per jaar (!!). Dan hebben we het nog niet over de digitale (AI), demografische (vergrijzing) en geopolitieke (kortere, binnenlandse productieketens) transitie waarvan de financiering tot tientallen, zo niet honderden miljarden euro’s oploopt.
Vadertje Staat is niet in staat die enorme lasten alleen te dragen. Veel lidstaten slepen nog altijd buitensporige tekorten mee in de nasleep van de pandemie en de energiecrisis. De herintroductie van de Europese begrotingsregels dit jaar dwingt hen de broeksriem aan te halen. De blik ruimt zich daardoor naar het Europese niveau. Frans president Macron brak in een speech vorige week een lans voor een gezamenlijke Europese schulduitgifte naar het voorbeeld van NextGenEU ter financiering van onder meer de uitgaven voor defensie. We zien hier inderdaad een groeiende rol voor de EU weggelegd. Maar in een context van structureel hogere rentes en risicopremies botst ook dit systeem onvermijdelijk op bepaalde limieten.
Het is vijf voor twaalf. Toch leverde een Europese top midden april opnieuw weinig concreet op. Landen als Nederland, Spanje en Italië zijn het Franse idee wel genegen. Maar een grote meerderheid huivert bij het voorstel van een gecentraliseerd toezicht in Brussel. De EU deed wat het meestal doet: het klopte af op een halfbakken, vaag compromis en schoof de hete aardappel door naar een volgende vergadering in mei.