MNB terug op het pad van de voorzichtigheid
Gisteren verlaagde de Hongaarse centrale bank (MNB) de beleidsrente met 50 bpn tot 7.75%. Ze schakelde daarmee naar een lagere versnelling na rentestappen van 75 bpn in maart en ‘een uitschuiver’ van 100 bpn in februari. Die laatste werd toen ook cash betaald met een stevige terugval van de forint.
De rentecyclus in Hongarije (en Tsjechië) bevindt zich in een andere fase dan bij de grote westerse centrale banken. Die laatste proberen in te schatten wanneer en hoeveel ze de rente dit jaar eventueel kunnen verlagen. In Hongarije is de vraag hoe snel en hoe ver de versoepelingscyclus nog kan/mag gaan. De MNB belandde in een nieuwe fase van het monetair beleid aan. Renteverlagingen op ‘automatische piloot’ worden minder evident. Daarin spelen twee factoren een rol. Vooreest is het grootste (en gemakkelijkste) deel van de inflatieafkoeling (van 25.7% begin 2023 tot nu beneden 4.0%) waarschijnlijk gelopen. Daarnaast heeft de MNB (opnieuw) haar les geleerd na de onfortuinlijke marktreactie eind februari.
Eerst even naar inflatie. Die koelde in maart nog iets verder af tot 3.6% j/j en kwam zo opnieuw binnen de tolerantieband van 3.0% +/- 1.0%pt. De maanddynamiek was wel hoger dan verhoopt. In haar beleidsverklaring geeft de MNB dan ook toe dat inflatie later dit jaar weer kan aantrekken. Dat laatste geldt ook voor kerninflatie. Die koelt af maar bedraagt nog steeds 4.4% en de MNB verwacht dat ze zal blijven fluctueren tussen 4.5% en 5.0%. In de veronderstelling dat de MNB een positieve reële rente wil behouden, is de conclusie dat verdere versoepeling enkel nog mogelijk is op een afgemeten manier.
De forse verzwakking van de forint eind februari na de te snelle renteverlaging met 100 bpn gaf financiële stabiliteit (inclusief stabiliteit van de forint) opnieuw een groter gewicht in de MNB inschatting. In dit verband is de MNB blij bij met de verbetering van de externe positie en het herstel van de deviezenreserves. Naast binnenlandse factoren blijft ook het algemeen risicosentiment een belangrijke randvoorwaarde voor het MNB-beleid. De uitgestelde versoepelingscyclus van de Fed werpt hier duidelijk zijn schaduw af.
In een rustige marktcontext kan de MNB de rente in mei en juni nog eens met 50 bpn verlagen tot 6.75%. Daarna spreken we waarschijnlijk enkel nog over ‘fine-tuning’. Zeker als de Fed haar versoepeling verder uitstelt richting jaareinde of begin volgend jaar, ziet de relatieve rentesteun voor de forint er steeds minder riant uit. De munt reageerde gisteren voorzichtig positief op de vertraging in de versoepelingscyclus. Toch is er aan EUR/HUF 393 niet veel overschot. Een nieuwe verzwakking (bv. boven EUR/HUF 400) dreigt het al niet zo overtuigende disinflatieproces verder te compliceren. De meer voorzichtige MNB-aanpak kan de forint tijdelijk wat uit de wind zetten. Toch zien we weinig reden voor een blijvend herstel beneden de steunzone van EUR/HUF 390/388, tenzij de algemene monetaire context onverwacht zou ontspannen (onverwacht snelle en forse Fed-versoepeling). Dat is tot nader bericht niet ons voorkeurscenario.