ECB brengt andere kerstboodschap dan Fed
Bronchitis of niet, the show must go on. En zo verscheen een fysiek-verzwakte ECB-voorzitster toch voor de camera’s voor een krachtige repliek tegenover de bocht van Fed-voorzitter Powell een dag eerder. De uitkomst van de beleidsvergadering was dezelfde – een rente status-quo – maar de leidraad voor 2024 is van een verschillende aard. Praat de Fed binnenskamers al over het opzetten van een versoepelingsstrategie, was dat voor de ECB-leden totaal nog niet aan de orde. Heeft de Bank of England haar analogie van de Zuid-Afrikaanse Tafelberg om te benadrukken dat ze (minstens) het huidige rentepeil lange tijd wil aanhouden, haalde Lagarde haar beste fysica boven. Ze vergeleek het monetair beleid met aggregatietoestanden. Om van een vaste vorm naar een gas te gaan, moet eerst een vloeibare fase overbrugd worden. We vergeven haar het schoonheidsfoutje van het sublimatieproces.
De ECB mag niet op haar lauweren rusten in de inflatiestrijd. Zo klinkt de bondige samenvatting van het vragenuurtje met de pers. Staar u vooral niet blind op neerwaartse revisies van inflatieprognoses want ze zijn vergezeld met een aantal stevige caveats. Om te beginnen gebruikt de ECB voor haar vooruitzichten marktgegevens van 23 november. Op dat ogenblik hield de markt rekening met een beleidsrente van 3% eind volgend jaar. Op basis van het verwachte rentepad van vandaag (beleidsrente <2.5% eind 2024) rolt een hoger inflatiepad uit de modellen. Te weten dat de onderliggende kerninflatie zelfs met de cijfers van gisteren over de volledige beleidshorizon (2026) boven 2% zal blijven. De volatiele aard van de inflatiecijfers in december en januari verdient volgens Lagarde een tweede asterisk. Energie-gerelateerde basiseffecten en het einde van een aantal fiscale maatregelen zullen inflatie opnieuw opkrikken. Last but not least gunt de ECB zichzelf de tijd van wachten op loondynamieken en het prijszettingsgedrag van bedrijven bij de start van het jaar. Lonen maken een steeds groter deel uit van de kostenstructuur bij ondernemingen. Het is maar de vraag hoe ze hier mee omgaan: zich tevreden stellen met kleinere winstmarges, doorrekenen aan de eindconsument of werknemers afdanken. Zolang de consumptie/vraag (via een stijgend reëel inkomen) overeind blijft, waakt de ECB over de middelste optie.
De verbetenheid waarmee de ECB-voorzitster zich ondanks een schorre keel tegen marktverwachtingen afzette stond in schril contrast met de goedkeurende blik van Fed-voorzitter Powell. Eerder op de namiddag ondernam BoE-voorzitter Bailey een gelijkaardige poging. De spreidstand uitte zich in een test van EUR/USD 1.10. Bailey en Lagarde zorgden ook voor een beperkte rentecomeback na forse openingsverliezen (Fed), al is daar na zwakkere PMI-indicatoren vanochtend weinig van te merken. Voorlopig blijft het neerwaartse rentemomentum vanuit de VS bijzonder sterk. Ook het versneld einde aan de herinvesteringspolitiek van de obligatie-aankopen tijdens de Covid-pandemie (PEPP) kan daar weinig aan veranderen. Toegegeven, de impact is voorlopig eerder klein. Vanaf de tweede jaarhelft van volgend jaar zal de ECB ongeveer de helft van de PEPP-obligaties op vervaldag niet meer herbeleggen. Zo verdwijnt er zo’n €45 miljard aan extra liquiditeit uit de markt. Vanaf 2025 stoppen de herbeleggingen volledig en volgt ze de huidige strategie voor het APP-programma. Ter herinnering: de totale PEPP-portefeuille bedraagt zo’n €1800 miljard.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal