België op het appel bij Fitch
Kredietbeoordelaar Fitch stuurde gisteren een duidelijke waarschuwing uit aan het adres van de Wetstraat: de pensioenhervorming zal de toenemende kostendruk van een verouderende bevolking op de overheidsfinanciën niet verlichten. Begin deze maand gaf het Federale Parlement groen licht aan het hard bevochten akkoord. Fitch zegt dat sommige elementen van de deal wel degelijk gericht zijn op het temperen van de vergrijzingskosten, waaronder het verstrengen van de toegangsvoorwaarde voor het minimumpensioen en een bonus voor langer werken. Maar de effecten daarvan verdwijnen in het niets door de eerder doorgevoerde geleidelijke verhoging van het minimumpensioen in de periode 2021-2024 (drie keer met 2.65% en een laatste keer op 1 januari dit jaar met 2.08%). Het agentschap verwijst naar een berekening van de Nationale Bank van België. De NBB raamt de budgettaire netto-impact van alle pensioenhervormingen sinds 2020 op -0.15% van het bbp tegen 2070.
Een beheersbare pensioenmassa is cruciaal om de publieke financiën onder controle te houden, zeg maar krijgen. Fitch merkt fijntjes op dat de Belgische schuldgraad met 105% van het bbp nu al meer dan het dubbele is dan landen met een vergelijkbare AA- rating. Het heeft begrip voor de giganteske begrotingstekorten in de nasleep van de pandemie en de energiecrisis. België was daarin geen uitzondering. Die steunmaatregelen werden inmiddels opgedoekt. Maar voor 2024 levert dat amper een budgettaire verbetering op. Structurele, hoofdzakelijk aan de vergrijzing-gerelateerde kosten zijn de boosdoener. Het Federaal Planbureau zegt in haar Jaarlijks Verslag 2023 dat die kosten in de periode 2022-2070 elk jaar met 0.3% van het bbp zullen toenemen. Als gevolg daarvan stijgen de sociale uitgaven van de overheid tot >30% van het bbp in 2050.
Niets doen is geen optie. Bij een ongewijzigd beleid, zo becijferde het Monitoringcomité in haar viermaandelijks rapport van maart, loopt het tekort op van 4.3% vorig jaar tot 5.6% in 2027. Fitch is gematigder en rekent op 3.5%. Dat heeft echter meer te maken met de verwachting van België onder Europese begrotingscuratele dan met staatsmanschap. Bovendien zijn er grote risico’s, niet in het minst verbonden aan de nakende verkiezingen. Fitch zegt het niet met zoveel woorden maar tussen de lijnen ontwaren we de vrees voor een politieke impasse. Het zou niet de eerste keer zijn. Een versplinterd politiek landschap schuift de noodzakelijke fiscale consolidatie weerom op de lange baan. De peilingen voorspellen weinig goeds. Een federale meerderheid bestaat uit minstens 76 van de 150 beschikbare zitjes. Volgens de meest recente bevragingen verzilveren de extremen (Vlaams Belang en PVDA-PTB) er al 46. De resterende 104 worden uitgestrooid over liefst tien (!) partijen, met ieder van hen op zoek naar een stempel om op het beleid te drukken.
De analyse van Fitch is meer dan een veeg uit de pan. Het hanteert sinds maart vorig jaar een negatieve outlook voor België waardoor een effectieve ratingverlaging in principe mogelijk is binnen afzienbare termijn. Bij het ontbreken van de nodige budgettaire discipline haalt het zo goed als zeker de trekker over. De opdracht van België is even helder als aartsmoeilijk. Het aangaan van schulden werd een Pavlov-reflex die de inmiddels definitief voorbije episode van ultralage rentes alleen maar heeft versterkt. Daar moet het vanaf. Uitstel – of erger – zal de markt in deze nieuwe renteomgeving niet langer met de mantel der liefde bedekken. De Belgische kredietrisicopremie (gemeten t.o.v. de swaprente) op overheidsschuld loopt ondertussen systematisch op, tot het hoogste niveau sinds 2014. De Belgische Schatkist haalde dit jaar in sneltempo al zo’n 60% van de totale financieringsbehoefte op. Toeval, of een teken aan de wand?