EUR/GBP 0.85 harde noot om kraken voor het pond
Het worden de volgende twee weken hoogdagen voor central bank watchers. Volgende week beslissen naast de Fed (woe), ook de Reserve Bank of Australia (di), de Tsjechische centrale bank (woe), de Bank of England, de Zwitserse centrale bank, de Norges Bank en de Turkse centrale bank (allen op donderdag) over hun beleidsrente. De week nadien volgen nog de Riksbank en de Hongaarse centrale bank. De meerderheid maakt ook een stand van zaken op aan de hand van een (driemaandelijks) inflatie- of beleidsrapport. De Bank of England (BoE) volgt hier een andere sequentie en komt pas in mei met een economische en monetaire update. Toch is er een ander interessant topic met mogelijke impact op de markten: het stemgedrag van de individuele leden.
De communicatie van de BoE is niet altijd even rechtlijnig. Dat is deels gevolg van de diverse profielen en visies en de toch wel open debatcultuur binnen het MPC. Voorzitter Bailey, die zelf ook al eens van mening verandert, heeft het niet gemakkelijk om tot een homogene beleidsconclusie te komen. Ter illustratie: op de vergadering van 1 februari stemden 6 van de 9 leden om de rente onveranderd te houden (5.25%). Twee raadsleden vonden dat de inflatieafkoeling te traag ging en wilden de rente optrekken tot 5.5%. Eén raadslid vond dan weer dat het beleid meer dan voldoende restrictief is en de groei mogelijk onnodig afremt waardoor er nu al ruimte is om de rente te verlagen (minus 25 basispunten).
Sinds die vergadering van februari waren er voorzichtige tekenen (o.a. PMI’s) dat de Britse economie aan momentum wint. De arbeidsmarkt koelt wel af. Op maandbasis daalde het algemeen prijspeil met 0.6%. De j/j-inflatie bleef op 4%. De BoE beschikt volgende week woensdag wel nog over de inflatiecijfers voor februari. Het basiseffect (stijging 1.1% m/m vorig jaar) suggereert alvast ruimte voor een verdere afkoeling van het j/j-cijfer en die gunstige basiseffecten zijn ook volgende maanden nog aan het werk. Voor de inschatting van de actuele inflatiedynamiek is vooral de maandbeweging relevant. Toch wordt met de verwachte daling van de j/j-inflatie de volgende maanden de case voor bijkomende renteverhoging dun.Als de twee betrokken raadsleden de handdoek in de ring gooien, kan het debat zich helemaal toespitsen op de timing van de eerste renteverlaging.
Ondertussen verlegde de geldmarkt de verwachting voor de eerste BoE-renteverlaging sinds begin februari van juni naar augustus. De markt verwacht nu slechts 75 bpn renteverlaging dit jaar vergeleken met 100-125 bpn eerder dit jaar. We gaan er vanuit dat juni voor de BoE hoe dan ook te vroeg is. De BoE kan begin augustus in de verleiding komen om de beleidsrente te verlagen als de ECB in juni of juli al hetzelfde doet.
Even zag het er naar uit dat hogere rentes en de iets positievere inschatting van de activiteit de deur openden voor een versterking van het pond beneden de belangrijke zone EUR/GBP 0.85/0.8492. Matige arbeidsmarkt- en productiedata maakten een einde van die poging nog voor ze maar goed begon. Als de twee ‘haviken’ in het MPC volgende week het geweer van schouder veranderen, versterkt dat de bodem van EUR/GBP 0.85. Een herstel boven 0.86 is eerste technische indicatie dat het GBP-momentum taant.