Fed keert terug naar dubbel mandaat
La nouvelle Fed est arrivée. En dat zal de markt geweten hebben. Amerikaanse rentes doken in navolging van de beleidsbeslissing gisteren tussen 13 (30 jaar) en 30 (2 jaar) basispunten lager. Ze gaan vanmorgen door op hetzelfde elan met verliezen tot 10 bpn. De tweejaarsrente verliest steun rond 4.40% (50% correctie op de spurt van maart tem oktober). De 10-j. verliest de rugdekking van het 200-daags voortschrijdend gemiddelde net boven 4% en maakt zich op voor een test van het volgende steunniveau op 3.92% (62% correctie op rit hoger sinds de regionale bankenimplosie). We sluiten een breuk lager niet uit. In dat geval bakent de zijwaartse handelsband van de eerste jaarhelft tussen grosso modo 3.20% en 4% het nieuwe speelterrein af. Beurzen op Wall Street zetten overtuigend nieuwe herstel- (S&P500, Nasdaq) of zelfs recordtoppen (Dow Jones) neer. De dollar incasseerde een uppercut waar hij vanmorgen nog sterretjes van ziet. EUR/USD ging in één ruk van <1.08 richting volgende big figure. De al lang in de touwen hangende Japanse yen zag en greep zijn kans. USD/JPY duikt naar het zwakste (sterkste voor de yen) niveau sinds begin augustus (141.65). De handelsgewogen dollar (DXY) noteerde eergisteren in de buurt van 104 maar test twee dagen later het correctief dieptepunt van november op 102.47.
Die nieuwe Fed is er één die de focus opnieuw verruimt van enkel inflatiebestrijding naar prijsstabiliteit én maximale tewerkstelling. De centrale bank werkt al lang onder dit dubbel mandaat. Maar omwille van onnodig te verduidelijken redenen verschoof de prioriteit de afgelopen jaren. Ze trok de rente in geen tijd op van 0-0.25% tot 5.25-5.5%. Ondertussen blaast inflatie de aftocht, en wel sneller dan verhoopt. De Fed verwacht enkel volgend jaar en in 2025 nog een kleine overschrijding van de 2%-doelstelling. Die forse prijsafkoeling gaat tot nader bericht gepaard met een gecontroleerde economische vertraging, en geen recessie zoals lang gevreesd werd. De Fed gaat in de nieuwe vooruitzichten uit van 1.4% groei volgend jaar na 2.6% in 2023. Voor de jaren daarna verwacht ze een expansie in lijn met het langetermijngemiddelde (+/- 1.8%). De werkloosheidsgraad wordt over de volledige horizon nauwelijks hoger dan het huidige niveau (3.9%) verwacht. Als Powell in zijn opzet slaagt, prijkt zijn naam binnenkort op de erelijst van Fed-gouverneurs die zo’n zachte landing realiseerden. In het naoorlogs tijdperk sloeg enkel Alan Binder daar midden jaren ’90 in.
De Fed laat die historische opportuniteit niet schieten. Ze stelt daarvoor de zeilen in het rentebeleid bij. Voor volgend jaar gaat ze uit van 75 basispunten aan verlagingen (tot 4.5-4.75%), gevolgd door nog eens 100 bpn in 2025 (tot 3.5-3.75%). In 2026 (2.75-3%) verwacht ze de beleidsrente wel nog steeds boven het evenwichtsniveau van 2.5%. Dat is opmerkelijk omdat de Fed voor diezelfde periode nochtans niet veel meer dan wat trendgroei verwacht. Of is hier meer aan de hand? Aan zulke nuances heeft de markt nu uiteraard geen boodschap. Die hanteert ondertussen de Fed-rentevoorspelling voor eind 2025 als leidraad voor 2024 met een start in maart nu volledig verdisconteerd. Dat krijg je als de belangrijkste centrale bank van de wereld goedkeurend knikt naar een al zeer geëxciteerde markt. Powell probéérde zelfs niet om de forse rentedaling van de afgelopen weken te temperen. In plaats daarvan bestendigde hij een al sterk momentum. Zelfs al zou ECB-voorzitster Lagarde het straks willen; in haar eentje het tij keren is onwaarschijnlijk.