Afkoeling EU-woningmarkt loopt op z’n einde
Eurostat publiceerde gisteren geharmoniseerde woningprijscijfers voor Q3 2023. In de EU als geheel stegen de prijzen van (bestaande en nieuwe) woningen met 0,7% tegenover het voorgaande kwartaal, na ook al een stijging met 0,4% in Q2 en twee kwartalen op rij van prijsdaling daarvoor (-0,7% in Q1 2023 en -1,5% in Q4 2022). Tegenover hetzelfde kwartaal een jaar eerder lagen de prijzen in Q3 2023 evenwel 1,0% lager. Dat is een lichte verdere terugval van de jaar-op-jaarprijswijziging. In Q2 bedroeg die -0,9% en in Q1 was die met +0,8% nog positief, komende van een piek van +10,5% in Q1 2022.
Op het niveau van de lidstaten daalden de prijzen in Q3 in zeven landen tegenover een kwartaal eerder. Dat is minder dan in Q2 2023, Q1 2023 en Q4 2022, toen er prijsdalingen waren in respectievelijk elf, twaalf en zestien landen. Het aantal landen met prijsdalingen is dus duidelijk in dalende lijn. Duitsland en Luxemburg zijn de enige landen waar de prijzen intussen al meerdere kwartalen op rij (vijf respectievelijk vier) blijven dalen. Luxemburg is het land waar de prijzen in Q3 het sterkst daalden (-6,3%), Polen het land waar die het sterkst stegen (+4,5%).
Dat in de hele EU de prijzen in Q3 verder stegen, komt doordat in heel wat landen de eerdere prijsdalingen zich niet hebben voortgezet. Dat is het geval in Frankrijk, Nederland, Ierland, Oostenrijk, Tsjechië, Slowakije en Roemenië. Daarnaast zijn er landen (Spanje, Litouwen en Polen) die nog geen of nauwelijks prijsdalingen hebben gekend, waar de prijsdynamiek in Q3 verder is aangetrokken. In Scandinavië was er een verschillend verloop: in Denemarken trok de prijsdynamiek aan, in Finland en Zweden zijn de prijzen terug beginnen dalen.
De Belgische woningprijzen kenden de voorbije kwartalen een wisselend verloop. In Q4 2022 behoorde België tot de zestien landen waar de prijzen zijn beginnen dalen tegenover het vorige kwartaal, al bleef de correctie toen met 0,4% beperkt. In Q1 2023 namen de prijzen opnieuw met 1,0% toe, in Q2 2023 daalden zij met 1,3% en in Q3 was er weer een prijsstijging met 1,8%. Vergeleken met hetzelfde kwartaal een jaar eerder lagen de prijzen in België in Q3 2023 nog 1,2% hoger. Dat cijfer impliceert een verdere vertraging van het jaarstijgingstempo van de prijzen, dat in Q3 2021 een piek had bereikt van 8,2%.
Dat de afkoeling van de woningmarkt in de hele EU nu duidelijk aan het milderen is, neemt niet weg dat in enkele landen de intussen opgelopen correctie al erg stevig is. Dat is zo in Luxemburg, Duitsland, Finland en Zweden, waar de prijzen sinds de laatste piek met 13,6%, 10,9%, 8,1% respectievelijk 7,2% zijn teruggevallen. Ook zijn er landen (Hongarije, Estland en Letland) die tot dusver geen of nauwelijks prijscorrecties hadden gekend, maar daar in Q3 wel mee te maken kregen.
De verdere tekenen in Q3 van mildering van de afkoeling van de Europese woningmarkt kunnen erop wijzen dat die afkoeling op z’n einde loopt en dat de uiteindelijke correctie, althans in de meeste landen, niet overdreven fors zal zijn. Of dit scenario ook effectief bewaarheid wordt, zal afhangen van hoe de conjunctuur en rente in de EU de komende kwartalen zullen evolueren.