Riksbank stuurt tactisch bij door zwakke kroon
De Zweedse kroon onderscheidde zich gisteren positief op de wisselmarkt, en dat nog wel in een context van hogere rentes in de kernmarkten (VS en EMU). Het is (recent) anders geweest.
De Riksbank (RB) had (en heeft nog steeds) een reputatieprobleem. In tijden van monetaire versoepeling liep de RB voorop om (al of niet overdreven gepercipieerde) deflatierisico’s in de kiem te smoren. Toen die versoepeling post corona moest worden afgebouwd, vond je de RB dan weer achteraan in het peloton. Ze startte later dan de ECB en een beleidsrente van 4% is het minimum minimorum voor een land dat structureel zijn kosten iets meer laat oplopen dan zijn belangrijkste handelspartner(s), inclusief de EMU. De kroon deemsterde in september vorig jaar weg tot een historisch dieptepunt juist beneden EUR/SEK 12. Anticipatie op een stevige, door de Fed georkestreerde versoepeling eind vorig jaar gaf de kroon tijdelijk ademruimte.
Sinds nieuwjaar ging het opnieuw de verkeerde kant uit. Het ijkpunt i.v.m. de verwachte globale versoepeling onder leiding van de Fed bleek te optimistisch. Bovendien dacht de RB ook deze keer te kunnen ‘front-runnen’. Zelfs toen de ECB de boot van renteverlagingen nog afhield, stelde de RB al een verlaging in de eerste jaarhelft voorop. Juni, zo dacht iedereen, maar in maart gaf de RB aan dat zelfs mei kon.
De kruik gaat zolang te water tot ze barst. Aan niveaus van EUR/SEK 11.60 concludeerde de RB dat Zweden geen eiland is in de monetaire oceaan. De zwakke kroon dreigt desinflatie opnieuw uit koers te slaan. De voorbije dagen kwam gouverneur Thedeen met een bijgestuurde boodschap. ‘Uiteraard’ bepaalt de binnenlandse inflatie het RB-beleid en niet het beleid van andere centrale banken (lees de Fed). Toch gaf Thedeen in een adem toe dat een sterke dollar/zwakke kroon aan gewicht wint in de beleidsmatrix. In mensentaal: als de Fed en/of de ECB de rente later of trager verlagen, wordt een zwakke kroon een beperkende rentevoorwaarde voor het RB-beleid. Of dit zich vertaalt in een latere start (na mei) of een lange pauze tot de volgende stap, is nog niet duidelijk. De boodschap kwam (voorlopig?) wel aan op de wisselmarkt. De kroon laat de recente dieptepunten achter zich. Toch zijn we niet onder de indruk van het tactisch manoever van de RB. Als de Amerikaanse rentes bijvoorbeeld doorschieten omwille van hogere inflatiecijfers, ondervindt de kroon wellicht snel terug tegenwind. Tenzij de RB die verhoopte eerste renteverlaging sine die afblaast…
Met de lotgevallen van de Riksbank in het achterhoofd kijken we naar de ECB-rentebeslissing donderdag. Ook Lagarde zal herhalen dat de ECB zich voor haar beleid laat leiden door de binnenlandse prijs- en loonontwikkeling, onafhankelijk van wat de Fed doet. In tegenstelling tot de Zweedse kroon zorgt de EUR/USD-waardering voorlopig nog niet voor bijkomende inflatierisco’s. Toch is ook de autonomie van de ECB niet absoluut. Lagarde kunnen stilaan een slag om de arm inbouwen binnen het globaal referentiekader dat Powell en Co uitzetten. Een langere pauze na de eerste stap in juni om het beleid grondig te evalueren? Afspraak donderdag 14u45 op de persconferentie.