Zwitserse frank is niet onder de indruk
Thomas Jordan, voorzitter van de Zwitserse centrale bank (SNB), is een man van vele oorlogen. Berucht voor het onverwacht beëindigen van de EUR/CHF 1.20 bodembewaking en het introduceren van de meest negatieve beleidsrente ter wereld (-0.75%), zwaait hij vandaag na meer dan een decennium af met een derde opeenvolgende renteverlaging, van 1.25% tot 1%. Tegelijk rolt hij de rode loper uit voor zijn opvolger, Martin Schlegel, om het monetair beleid de volgende kwartalen nog verder te versoepelen. In tegenstelling tot de meeste centrale banken, houdt de SNB slechts 4 beleidsvergaderingen per jaar.
Een blik op de nieuwe inflatievooruitzichten zegt genoeg. In juni schoof de SNB in de veronderstelling van een constante beleidsrente (1.25%) gemiddelde inflatieniveaus van 1.3%, 1.1% en 1% naar voren voor de 2024-2026 beleidshorizon. Dat is (net) in de bovenste helft van inflatiedoelstellingsband (0%-2%). Nu staat een traject van 1.2%-0.6%-0.7% in de tabellen op basis van een constante beleidsrente van 1%. Zonder renteverlaging lag het pad nog korter bij de ondergrens van de doelstelling. Een lagere olieprijs, aangekondigde kortingen voor elektriciteitstarieven vanaf januari en een sterkere munt liggen aan de basis van de neerwaartse revisies. De Zwitserse groei klokte in het tweede kwartaal af op een solide 0.5% kw/kw (exclusief sportieve evenementen), maar was vooral gedreven door de farmaceutische en chemische sector. Andere (exportgerichte) sectoren hebben het lastiger door een afkalvende globale groei en de sterke Zwitserse frank, getuige de smeekbede van de nationale horlogemakers aan het adres van monetaire en fiscale autoriteiten vorige week. De SNB verwacht net als in juni een gemiddelde groei van respectievelijk 1% en 1.5% voor dit en volgend jaar.
De Zwitserse frank verliest voorlopig niet van zijn pluimen. Ondanks de expliciete belofte om de beleidsrente nog verder te verlagen. De markt weet uiteraard dat het neerwaartse potentieel minder ver reikt dan bijvoorbeeld in Europa en dat het kwartaaltempo van renteverlagingen voorlopig gelijke tred houdt. Als daar al verandering in komt, is het van een snellere ECB cyclus die het europotentieel verder inperkt, bijvoorbeeld aan de start van volgend jaar. En zo blijft EUR/CHF dobberen beneden 0.95, nabij de allersterke CHF-koersen ooit. De SNB benadrukt naar goede gewoonte haar bereidheid tot wisselkoersinterventies indien nodig, maar zal die pas hard maken als we nog verder afdalen richting cruciale steun in de 0.92/0.93-zone. Een kwestie van tijd in een context waar globale groei steeds meer onder druk staat?
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal