Kroon houdt stand, ondanks Riksbank
De Zweedse Riksbank (RB) verlaagde vanmorgen de rente met een bijkomende 25 basispunten tot 3.50%. Het is de tweede renteknip na een eerste stap in mei. Daarmee loopt de RB voorop op de start van de versoepelingscyclus in de VS, de EMU, maar bijvoorbeeld ook de Noorse buren. Het past bij het DNA van de Riksbank die traditioneel het beleid liever wat te soepel dan wat te strak houdt.
In haar driemaandelijks beleidsrapport van eind juni legde RB eigenlijk al de basis voor de beslissing van vandaag. De centrale bank gaf toen aan dat zwakke groei en inflatie in de buurt van 2% in principe toelaten om de rente dit jaar nog 2 tot 3 keer te verlagen. De meest recente (inflatie)cijfers gaven het nihil obstat. De CPIF inflatie (met een vaste rentevoet) ging in juli omwille van basiseffecten opnieuw iets hoger (0.1% m/m en 1.7% j/j van 1.3% in juni), maar blijft op koers. Idem voor de onderliggende kerninflatie (0.3% m/m en 2.2% j/j). In een iets langer perspectief ziet de RB steeds meer aanwijzingen (producentenprijzen, bedrijfsmarges) dat inflatie kort bij de doelstelling kan blijven. Bovendien zijn de groeiverwachtingen, zowel in Zweden als daarbuiten, zwakker dan waar de RB rekening mee hield in juni. De rente kan daardoor nog sneller worden teruggeschroefd dan aangeven in juni. Ook na vandaag blijft er ruimte voor twee tot zelfs drie bijkomende renteverlagingen dit jaar.
Uiteraard geeft de RB de ‘disclaimer’ mee dat vooruitzichten voor groei en inflatie onzeker blijven. Wat dat laatste betreft krijgt een zwakke kroon een obligate vermelding als mogelijk inflatierisico. Toch krijgt de zwakke munt niet hetzelfde gewicht in de beleidsmatrix van de Riksbank dan vorige week bijvoorbeeld het geval was bij de Norges Bank (NB). Voor de Noorse buren was de zwakke kroon wel een uitgesproken bekommernis en de hoofdreden om de rente nog ‘voor een tijd’ op het huidige, hoge, niveau (4.5%) te houden. De NB sloot zelfs een bijkomende verhoging niet helemaal uit. Ietwat merkwaardig levert het de NOK voorlopig nauwelijks voordeel op tegen zijn Zweedse naamgenoot. De dalende olieprijs speelt vermoedelijk een rol.
Terug naar Zweden. De reactie van de SEK blijft opvallend mild. Noem het gerust vergevingsgezind. EUR/SEK test zelfs de steunzone nabij 11.40/38. Toegegeven, de markt hield al rekening met een scenario waarbij de RB de rente naar het jaareinde zou verlagen tot 2.75% (gemiddeld 25 bpn elke vergadering). De aanwijzing vandaag is niet meer dan een expliciete bevestiging van dit scenario. De milde reactie is verder schatplichtig aan de algemeen soepelere financiële condities (hoop op veel minder restrictief Fed-beleid) en het verbeterende risicosentiment na de beursdip eerder deze maand. Zolang de markt die kaarten trekt, blijft de Zweedse kroon uit de wind. Als de globale rentes om welke reden ook opnieuw opveren of het risicosentiment verslechtert, heeft de munt weinig (rente)buffer en kunnen de jaartoppen rond EUR/SEK 11.75 snel dichterbij komen.