Bank of England gaat overstag
“Yeah but, no but …” Het is de legendarische catchphrase van Vicky Pollard uit Little Britain. Maar het had evengoed uit de mond van Bank of England gouverneur Bailey of een van zijn discipelen kunnen komen. Op de beleidsvergadering gisteren verlaagde de Britse centrale bank voor het eerst deze cyclus de rente met 25 basispunten tot 5%. Het was nipt, in al zijn aspecten.
In juni opteerde een meerderheid van 7 tegen 2 voor het status quo. Voor enkelen binnen die groep van 7 was het een dubbeltje op zijn kant. Zij bleken gisteren doorslaggevend in de krappe 5-4 stemming - wat overigens goed de verdeeldheid binnen de markt weerspiegelde. De kanttekening van juni werd behouden. De renteverlaging was dus geen evidentie en dat was te merken in de onderbouw. Voor elke reden “pro” volgde een tegenargument of afzwakking:
Pro: inflatie zakte naar de 2%-doelstelling in mei en bleef daar in juni. Contra: basiseffecten duwen dat in 2024H2 weer hoger, richting 3%.
Pro: Onderliggende inflatiemaatstaven (ex. voeding en energie, in de dienstensector) brokkelen wel verder gestaag af.
Contra: ze bevinden zich op niveaus hoger dan de centrale bank in mei verwachtte (en die niet rijmen met een volgehouden terugkeer naar de doelstelling, nvdr).
Pro: door het restrictief monetair beleid zal de economie onder haar potentieel draaien. Vooruitkijkende indicatoren wijzen op afzwakkend momentum.
Contra: de Britse economie deed het in de eerste jaarhelft veel beter dan verwacht, wat een sterker startpunt oplevert.
Pro: de verbetering van reële (voor inflatie gecorrigeerde) inkomens zet Britse gezinnen vooral aan tot extra sparen i.p.v. spenderen.
Contra: sentimentsindicatoren wijzen op toenemende bereidheid tot grote aankopen (bv. wagen) en dus op een groeiend vertrouwen.
We kunnen zo nog wel even doorgaan. Drie argumenten haalden de beleidsvergadering niet maar waren volgens ons wel belangrijk: de verkiezingen zijn achter de rug, onzekerheid rond de toonaangevende Fed verminderde en de BoE beschikte over bijgewerkte voorspellingen. Van dat laatste onthouden we vooral dat o.b.v. de renteverwachtingen van de markt ten tijde van de opmaak (2 verlagingen in 2024, +/- 3 in 2025, 1-2 in 2026) inflatie aan het eind van de horizon slechts 1.5% zou bedragen. Onder invloed van de heftige algemene rentecorrectie kwam daar inmiddels wel een stuk bij. Bailey weigerde om de markt in welke visie dan ook te bevestigen. De conclusie was voorlopig enkel dat het beleid nu iets minder restrictief mocht. Wat dat betekent voor de nabije toekomst liet de gouverneur bewust in het midden. Daarover beslissen de data. Het klinkt ons bekend in de oren: de strategie is analoog aan de ECB. De BoE slaagde in haar opzet om met de renteknip geen onbedoeld hoge verwachtingen te creëren. De beperkte volatiliteit van de Britse rentes en het pond rond de aankondiging en persconferentie tonen dat aan. Helaas voor Threadneedle Street is het VK geen financieel eiland. Het ontsnapt niet aan de sterke marktkrachten die de globale (bij uitstek Amerikaanse) rentes, beurzen en alle munten met een vleugje risico – zo ook GBP – stevig kopje onder duwen. Nu de BoE op gelijke voet staat met de ECB, is dat algemeen sentiment voorlopig de voornaamste factor van belang voor het pond. EUR/GBP test het 0.85-niveau. Een breuk effent het pad voor een terugkeer binnen de zijwaartse 0.85/0.87-handelsband van midden 2023 tot midden 2024.