Geen nieuws is ook nieuws
Na een eerste renteknip in juni hield de ECB haar depositorente gisteren onveranderd op 3.75%. Iets anders zou een verrassing van formaat geweest zijn. Die eerste renteknip in juni heeft wel verwachtingen gecreëerd. Na een lange opwaartse cyclus en een periode van strakke financiële condities is de start van de versoepelingscyclus normaal een uiting van de overtuiging dat inflatie onder controle is en dat de rente naar een neutraler niveau kan/mag. Een nieuwe trend is dan in principe gezet. De markt probeert dan de tussenpauzes en/of de grootte van verdere stappen in te schatten. De persconferentie van voorzitster Lagarde na de beslissing kon eventueel een hint geven.
Kon. Eventueel. HET nieuws van de persconferentie gisteren was dat er geen nieuws was. ‘Alles ligt open voor september’, ‘er is unanimiteit is over een data-afhankelijke aanpak’ en ‘het rentepad ligt niet vast’. Zeker in het licht van de gedachtegang hierboven is het opvallend dat Lagarde niets wilde of kon zeggen over het toekomstig rentepad. Heeft de ECB, na de renteverlaging in juni, schrik gekregen van haar eigen schaduw?
We spoelen even terug. Die renteverlaging van juni was in april al stevig in de stijgers gezet. In de ECB beleidsverklaring van april lezen we dat ‘als de inschatting door het beleidscomité van het inflatievooruitzicht, de onderliggende inflatiedynamiek en de kracht van de monetaire transmissie verder het vertrouwen bestendigen dat de inflatie blijvend naar de doestelling gaat, dan kan het beleid minder restrictief worden’. Uiteraard was ook dit geen 100%-engagement, maar met zo’n communicatie kan je nog moeilijk terug zonder gezichtsverlies en een weinig elegante marktschok. De ECB voelde zich in juni dan ook verplicht om de rente te verlagen ondanks het feit dat haar economische staf de inflatie- en groeivooruitzichten optrok. Ondertussen moest ze ook nog even hoger dan verwachte loonstijgingen weg interpreteren (bestempeld als éénmalig en technisch’).
De junicijfers toonden ondertussen dat de inflatieafkoeling (algemeen 2.5% van 2.6%) tergend traag blijft gaan. Voor de kern- (2.9%) en diensteninflatie (4.1%) was er van verdere desinflatie zelfs geen sprake. Zeker een ‘wijze uil’ stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen. We zijn data-afhankelijk en engageren ons tot niets.
De markt reageerde nauwelijks. Ze gaat er vanuit dat die terughoudendheid vooral tactische communicatie is om te voorkomen dat de renteverwachting al te ver wegloopt. De volgende renteknip in september blijf zo goed als volledig (80%) verdisconteerd. Toegegeven, als het kan, zal de ECB de rente in september liefst verder verlagen. Ze kan zich echter niet opnieuw een vrije interpretatie van een eventueel nieuwe inflatie-ontgoocheling zoals in juni veroorloven. In dit verband is de ECB waarschijnlijk toch net iets meer data-afhankelijk dan waar de markt tot nu rekening houdt. De eerste nieuwe inflatiecijfers dienen zich aan op 31 juli. Lagarde en co kunnen toch maar best een kaarsje branden voor een goede uitkomst.