RBNZ maakt een bocht: renteknip op komst?
Fed-voorzitter Powell liet gisteren in zijn hoorzitting voor de Senaat niet in zijn kaarten kijken over de timing van een eerste renteverlaging. De economie evolueert wel naar een beter evenwicht. Inflatie koelt af al is de strijd nog niet gewonnen. Waar inflatie tot voor kort de hoofdbekommernis was, ligt die nu in de balans met een vertragende groei/arbeidsmarkt. De Fed zal er nu dan ook op toezien dat het restrictief beleid de activiteit en de tewerkstelling niet nodeloos afremt. Een delicate evenwichtsoefening, niet alleen voor de Fed.
In dit verband viel op dat de Reserve Bank of New Zealand vanmorgen op haar beleidsvergadering een heel andere toon hanteerde vergeleken met de vergadering in mei. De bank hield de beleidsrente zoals verwacht onveranderd op 5.50%. Ze verwacht dat inflatie in de tweede helft van dit jaar terugkeert binnen de 1-3% doelzone, iets sneller dan voorzien in het beleidsrapport van mei (eind 2024). Het is wel wat merkwaardig dat de RBNZ die ‘bocht’ nu maakt want er waren sinds de mei-vergadering geen officiële inflatiecijfers. Die worden in Nieuw-Zeeland slechts op kwartaalbasis bekend gemaakt en het rapport voor het tweede kwartaal is pas voor volgende week. In het eerste kwartaal bedroeg de algemene inflatie nog 0.6% kw/kw en 4.0% j/j. Tot nu maakte de RBNZ zich behoorlijk wat zorgen over de aanhoudend hoge binnenlandse inflatie (non-tradeables). Die bedroeg in Q1 nog steeds 1.6% op kwartaalbasis en 5.8% J/J. In die context zag ze weinig ruimte om de rente te verlagen voor de tweede helft van volgend jaar.
Op de beleidsvergadering vandaag beschikte de RBNZ niet over nieuwe vooruitzichten. Ze benadrukte wel hoe het restrictief monetair beleid de activiteit en de capaciteitsbezetting afkoelt. Ook de tewerkstelling groeit nog nauwelijks. De RBNZ gaat er vanuit dat dit zowel de algemene als de tot nu veel te hoge binnenlandse inflatie sneller doet afkoelen. Voorzitter Orr en Co concluderen dat het beleid nog wel even restrictief moet blijven, maar minder (lang) dan eerder gedacht.
De RBNZ geeft uiteraard geen concrete timing. De markt kan dus volop beginnen gissen. Waar dit gisteren niet meer dan een staartrisico was, ziet de markt nu al een kans van 60% op een eerste renteknip in augustus wanneer de RBNZ over een nieuw uitgebreid beleidsrapport beschikt. Cumulatief twijfelt de markt tussen twee of drie verlagingen op de drie resterende beleidsvergaderingen dit jaar. De tweejaars-swaprente dook vanmorgen zo’n 20 bpn lager.
Ook de Kiwi dollar kreeg een tikje van de hamer (NZD/USD 0.6070 van 0.6120), al kon de schade hier groter zijn. Met een beleidsrente van 5.50% vertrekt de RBNZ natuurlijk van een vrij hoog niveau en als de inflatie inderdaad terugkeert binnen de 1-3% doelzone, blijft er nog steeds een mooie reële rente over. Op korte termijn zal de kiwi dollar waarschijnlijk nog wel even naar adem happen, zeker als de inflatiedata volgende week de deur openen voor een start van de versoepelingscyclus in augustus. Als echter ook de Fed zou volgen in september en de algemene monetaire condities versoepelen, speelt de kiwi dollar op iets langere termijn nog steeds met vrij goede kaarten. NZD/USD 0.60 is een eerste steun. Het jaardieptepunt (0.5852) moet normaal standhouden.