Naar de overkant van de plas
Het Franse politieke puntrisico is voorlopig van de baan. Geen van de beide extremen trok zondag de absolute parlementaire macht naar zich toe. De uiteindelijke zetelverdeling staat garant voor lange onderhandelingen tussen partijen met scherpe ideologische tegenstellingen in een land totaal vreemd aan een “compromis à la belge”. Ondertussen overschouwt een regering in lopende zaken het status quo. Politieke (krediet)risicopremies ebben weg maar verdwijnen allicht niet volledig. De geest is uit de fles, in de eerste plaats in Frankrijk maar bij uitbreiding in Zuid-Europa en zélfs Duitsland, waar een fragiele regeringscoalitie om de haverklap een budgettair robbertje uitvecht. De euro haalt voorzichtig weer adem. De aandacht van de markt verlegt zich nu weer naar de overkant van de plas.
Aan prikkels in ieder geval geen gebrek. Vorige week vrijdag rolde het Amerikaanse arbeidsmarktrapport (payrolls) nog over de schermen. De sterke tewerkstellingsgroei (+206k) in juni werd overschaduwd door een neerwaartse herziening met 111k voor de vorige twee maanden. Bovendien kwam ongeveer een derde van de toename op het conto van de overheid - zelden het epicentrum van groei en productiviteit. Terwijl de lonen aan het traagste tempo sinds juni 2021 stegen (3.9% jaar op jaar), klom de werkloosheidsgraad onverwacht naar het hoogste peil sinds november van dat jaar (4.1%). De dollar kreeg een tik, de Amerikaanse rentes doken stevig lager. Vooral het korte eind betaalde de prijs (tot -10 basispunten). Dat segment van de curve verbindt zijn lot aan de beleidsrente van de Federal Reserve. En die centrale bank zet het beleid in functie van de twee doelstellingen: prijsstabiliteit (2%) en maximale tewerkstelling. Door de inflatiespurt in de nasleep van de pandemie lag de nadruk lang op dat eerste. Ondertussen matigde de CPI-maatstaf van een piek van 9.1% in juni 2022 tot 3.3% twee jaar later. De verwachtingen voor de cijfers van aanstaande donderdag zijn voor een verdere afbrokkeling tot 3.1%. Kerninflatie (gezuiverd voor voeding en energie) evenaart waarschijnlijk de 3.4% van mei. De Fed is er dus nog niet helemaal - misschien hoeft dat voor haar ook niet (maar ssst!). Toch kunnen voorzitter Powell en de zijnen de enge focus op inflatie stilletjes aan verruimen. Na drie opeenvolgende CPI-tegenvallers, kwamen de cijfers in april en mei aan de onderkant van de verwachtingen uit. Toeval of niet maar sindsdien toonde de Fed zich onder andere bij monde van Powell, Cook en Daly gevoeliger voor de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. De uitgesproken (rente)reactie op het arbeidsmarktrapport vindt minstens hier deels hier de oorsprong.
Powell verschijnt straks (16u onze tijd) voor de Senaat in het kader van zijn halfjaarlijkse hoorzitting. Zowel de recente inflatie- als arbeidsmarktcijfers (payrolls, wekelijkse werkloosheidsaanvragen) laten een communicatie toe gelijkaardig aan die van de afgelopen weken: evenwichtig met het oog op het vervullen van het dubbele mandaat. Dat kan volstaan om de Amerikaanse rentes en de dollar in het defensief te houden. Het verlies van de 4.6% steunzone in de tweejaarsrente (4.63%) effent het pad richting 4.55%. EUR/USD 1.09 is een eerste weerstandszone. Een officiële koerswijziging verwachten we vandaag niet. Als die er komt, dan houdt Powell die in primeur voor het Jackson Hole symposium op 22-24 augustus.