Wisselmarkt: een oord van stabiliteit
De wisselmarkt opereert aan de start van 2024 in de schaduw. EUR/USD kende wel wat volatiliteit na de Amerikaanse arbeidsmarkt- en Europese inflatiecijfers vorige week, maar het speelveld bleef afgebakend tussen grosso modo 1.09 en 1.10. Ook vandaag komt daar allicht weinig verandering in. De kalender oogt behalve nieuwe veilingen van obligaties in onder meer Spanje en de VS bijzonder mager. Vanuit technisch oogpunt overleeft het opwaarts EUR/USD-kanaal dat in november en december van vorig jaar vorm kreeg. EUR/USD 1.0875/1.09 is de belangrijkste technische referentie op korte termijn. Het is de combinatie van 38% herstel op de beweging van het 2023-dieptepunt (1.0448) richting de hersteltop van 1.1139 eind december. Een breuk lager maakt het technisch beeld neutraler en opent een nieuwe handelsband met benedenkant 1.0712/24. Amerikaanse inflatiecijfers voor de maand december zijn de eerstvolgende lakmoesproef. Het hoofdinflatiecijfer viel tussen juni 2022 en juni 2023 snel terug van een piek van 9.1% j/j tot een voorlopige bodem van 3% j/j, maar blijft sindsdien hangen (3-3.7%). Energie-gerelateerde basiseffecten en toerisme zullen in principe net als in Europa opnieuw voor een hoger cijfer zorgen. De “nieuwe” reactiefunctie van markten indachtig kan alles behalve een stevige neerwaartse verrassing Amerikaanse rentes (en bijgevolg de dollar) ondersteunen. De meest opvallende nieuwjaarsboodschap kwam deze week trouwens van Atlanta Fed Bostic. Het gematigde Fed-lid wil de beleidsrente pas een eerste keer in het 3e kwartaal van dit jaar verlagen (met 25 basispunten). De Amerikaanse geldmarkt verdisconteert tegen de eerste meeting in dat kwartaal (31 juli) al 75 bpn aan renteverlagingen!
De uitzondering die de regel dit jaar bevestigt is de Japanse yen. De munt verliest als enige tegen de andere groten echt terrein. USD/JPY test de 145 weerstandszone. In EUR/JPY gaat 158.50 langzaam maar zeker voor de bijl. Het algemene renteherstel speelt de belangrijkste rol. Daarmee wordt de uitzonderingspositie van de Japanse centrale bank in de verf gezet. Als enige hanteert ze nog een nulrentebeleid (-0.1%) terwijl ze nog steeds de Japanse rentecurve tracht te beïnvloeden via (beperkte) obligatie-aankopen. Daarnaast nemen recente Japanse loon- en inflatiecijfers wat druk weg van de sowieso al niet-gehaaste BoJ. Ten slotte wacht ze waarschijnlijk ook graag de economische impact af van de recente aardbevingen. Het favoriete marktmechanisme om de BoJ langzaam maar zeker schaakmat te zetten, is via een zwakkere munt. Als onze verwachting klopt dat markten in Europa en de VS een te groot voorschot hebben genomen op de afbouw van het restrictieve ECB- en Fed-beleid, ligt de weg richting de USD/JPY 150-pijngrens opnieuw open. In 2022 brachten wisselkoersinterventies door het ministerie van Financiën soelaas en eind 2023 zorgde de Fed-pivot net op tijd voor ademruimte. Is driemaal scheepsrecht voor een U-bocht in het BoJ-beleid dit jaar?
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal