Poolse zloty draait de Covidbladzijde om
De zloty breekt door. De Poolse munt legt al sinds december een belangrijke weerstandszone in de buurt van EUR/PLN 4.30 het vuur aan de schenen. Het is de grens die de zloty ervan weerhield de donkere Covidbladzijde helemaal om te slaan. Niet langer. Het muntenpaar handelt ondertussen rond 4.28, het sterkste PLN-niveau sinds februari 2020. Technisch ligt er weinig in de weg voor vervolgwinsten richting 4.20 met 4.13 (top van 2018) als de daaropvolgende referentie.
De Poolse sterren staan perfect gealigneerd: van monetair beleid over de politiek tot de economische fundamenten en een schier onverzadigbare risicoappetijt. De verkiezingen van oktober vorig jaar betekenden een machtswissel van het eurosceptische PiS naar het pro-Europese front onder leiding van Tusk. Hij beloofde hervormingen aan de rechtsstaat en in ruil deblokkeert de EU miljarden fondsen vanuit de meerjarenbegroting en het Covidherstelfonds. De gespekte bankrekening brengt Polen in een comfortabele financiële positie, vooral t.a.v. haar externe geldschieters, en blaast de economie wind in de zeilen. KBC Economics verwacht na een expansie van 3% dit jaar een versnelling tot 3.8% in 2025, een pak beter dan de rest van de Visegrád 4. Toch zijn het relatief conservatieve voorspellingen vergeleken met die van de lokale centrale bank (NBP). De NBP werkt met twee scenario’s. Dat doet ze zolang er geen uitsluitsel is over de huidige prijsbeperkende maatregelen (voeding en energie) die de vorige regering introduceerde. In het geval dat die integraal worden behouden – het basisscenario – bereikt inflatie heel even de doelstelling van 2.5% in het volgende kwartaal van dit jaar. Maar de artificieel lage prijzen ondersteunen de koopkracht en uiteindelijk wakkeren ze zowel de groei (3.5% in 2024, 4.2% in 2025) als inflatie (3%, 3.4%) snel weer aan. Het alternatief zorgt voor een aanzienlijke opwaartse prijsschok waardoor inflatie pas diep in 2025 de doelstelling bereikt. En de groei? Die blijft met 3.2% (2024) en 3.6% (2025) meer dan degelijk dankzij de krappe arbeidsmarkt en het met Europese fondsen ondersteunde investeringsklimaat. De realiteit laveert allicht ergens tussenbeide. Tusk signaleerde eerder deze maand al een aanpassing – geen totale afschaffing – van de maatregelen. Maar de boodschap van de NBP is duidelijk: geen van de scenario’s verlangt de verdere verlaging van de beleidsrente (5.75%) binnen afzienbare tijd.
Warschau onderscheidt zich daarmee zowel van de collega’s in Frankfurt en Washington DC als in Praag en Boedapest. Het is een belangrijke factor in de afwijkende prestatie van de zloty t.o.v. de Tsjechische kroon (CZK) en de Hongaarse forint (HUF). De nationale bank in Tsjechië (CNB) schaalde begin februari het versoepelingstempo op tot 50 bpn. Een zwakkere CZK was de prijs die ze daarvoor betaalde. Uit de recente communicatie leiden we af dat de CNB daar geen tweede keer toe bereid is. De munt verzoende zich ondertussen met de nieuwe monetaire realiteit. EUR/CZK handelt sinds midden februari in een eng kanaal tussen 25.25 en 25.5. De Hongaarse centrale bank (MNB) volgde in februari het Tsjechische voorbeeld met een grotere renteverlaging (100 bpn tot 9%). Kort daarna belandden de MNB en de regering weer op ramkoers. Nog los van de inhoud komt dit nieuw binnenlands dispuut bovenop de aanslepende vetes met Europa die de Hongaarse toegang tot aanzienlijke Europese middelen belemmert. Het is een gevaarlijke cocktail die de forint richting de kritieke steunzone EUR/HUF 395 brengt.