Verschillend signaal uit Zwitserland en Noorwegen
De Zwitserse centrale bank (SNB) doet het weer. Net als op de vorige beleidsvergadering in maart heerste twijfel of ze de beleidsrente al dan niet met 25 basispunten zou verlagen. Voor een tweede keer op rij is het prijs. SNB-voorzitter Jordan zwaait af met een beleidsrente van 1.25% i.p.v. 1.50%. Jordan zelf lag aan de basis van de twijfel in de aanloop naar de meeting van vandaag. Eind mei vond hij dat de CHF-verzwakking dit jaar ver genoeg was gegaan. De munt kreeg het label mee van grootste inflatoir gevaar. Het oplopende renteverschil tussen Zwitserland en kernregio’s (VS/Europa), katapulteerde EUR/CHF van koersen rond 0.93 (“te sterk”) begin dit jaar tot 0.99 (“zwak genoeg”) een kleine maand geleden. Jordan’s commentaren en de risicoaversie in de nasleep van Macron’s verkiezingsgok slingerden het muntenpaar opnieuw richting 0.95, waardoor de SNB de (rente)handen vrij had. Iets lagere onderliggende kerninflatie deed de rest van het werk. De centrale bank blijft verder bereid om wisselkoersinterventies uit te voeren als een (te) zwakke/sterke munt haar beleidsintenties ondermijnt. De Zwitserse frank verloor terrein na de renteknip. EUR/CHF veerde op van 0.95 tot 0.9540. De SNB kijkt tevreden toe.
In haar conditionele inflatieprognoses gebruikt de SNB als uitgangspunt een ongewijzigde beleidsrente. Op basis van een 1.50%-beleidsrente kwam ze in maart uit op gemiddeld 1.4%, 1.2% en 1.1% inflatie voor de jaren 2024-2026. Vandaag staan er op basis van een 1.25%-beleidsrente quasi dezelfde cijfers in de tabellen (1.3%-1.1%-1%). Zonder renteverlaging lag het inflatiepad nog lager binnen de 0%-2% doelzone van de centrale bank. Wat de groei betreft, schuift de centrale bank een aanmodderscenario naar voren, resulterend in 1% groei dit jaar. Voorts sluimert de beleidsverklaring vol onzekerheden. Op politiek niveau, wat betreft globale groei, de beleidskoers van de grote centrale banken, … Verder dan een bereidheid om het monetaire beleid aan te passen indien nodig, komen Jordan en co niet. Het buikgevoel zegt dat de SNB in september gerust een pauze kan inlassen.
Vanuit Noorwegen kwam eveneens vanochtend een ander signaal. In maart suggereerde de Norges Bank dat de beleidsrente minstens tot de herfst onveranderd zou blijven op de huidige 4.5%. Vandaag verlengt ze die richtlijn tot minstens jaareinde. De voornaamste reden is sterkere loongroei die Noorse inflatie langer boven de 2%-inflatiedoelstelling kan houden. De Norges Bank blijft daarnaast beducht om de rente te snel te verlagen met als risico het aanwakkeren van het inflatievuur, ondanks vertragende groei. De Noorse kroon apprecieert het signaal van de centrale bank. EUR/NOK daalt van 11.35 richting 11.30, de sterkste NOK-koers sinds de start van het jaar, en nadert de benedenkant van een sluitende driehoeksformatie. Een breuk effent snel het pad richting 11.08, de bodem van juli 2023 en 38%-herstel op de EUR/NOK-stijging tussen 2022 en 2023. Op basis van de spreidstand tussen ECB en Norges Bank en politiek-gerelateerde eurozwakte is dat ons voorkeursscenario. De Norges Bank kijkt tevreden toe.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal