RBA zet de zaken op scherp
De maand juni is traditiegetrouw een populaire maand voor centrale bankiers. Het is de ideale gelegenheid voor wat puntjes op de i, zo net voor het zomerreces. De BoJ, ECB en Fed deden dat eerder deze maand al. Het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen, Zwitserland en Hongarije staan na de Australische centrale bank (RBA) vanmorgen in de wachtrij voor later deze week.
De beleidsvergadering Down Under was er een zonder bijgewerkte economische prognoses maar mét enkele subtiele wijzigingen (3) in de communicatie. Ze wezen erop dat het debat binnen de RBA op dit moment toch nog eerder draait rond een eventueel bijkomende verhoging van de beleidsrente, die momenteel 4.35% bedraagt. Het hoofd van de centrale bank, Michele Bullock, wond er tijdens de persconferentie achteraf geen doekjes om: een renteverlaging kwam hoegenaamd niet ter sprake. Het is een fel contrast met veel van de collega’s in de geavanceerde wereld die de rentetrekker al overhaalden (zoals de ECB of Bank of Canada) of overwegen dat binnenkort te doen.
De RBA stoort zich aan de maar matige verbetering van inflatie. De dynamiek versnelde het afgelopen kwartaal stevig. De 1% kw/kw prijsstijging resulteerde in 3.6% j/j, komende van 4.1% in 2023kw4. Gezuiverd voor voeding en energie stegen de prijzen met 1.1% kw/kw - goed voor een vierde kwartaalversnelling op rij - en was er geen tempering meer van het jaarcijfer (3.7%). De tussentijdse maandelijkse inflatiecijfers geven de centrale bank weinig redenen voor optimisme. Tussen de lijnen door ontwaren we een zweem van twijfel over de inflatievoorspellingen van begin mei. Die zagen al geen terugkeer naar de 2-3% doelzone vóór de tweede jaarhelft van 2025.
De RBA merkt op dat de vraag-aanbodbalans nog altijd overhelt in het voordeel van dat eerste. Dat de hogere rente het evenwicht stilaan herstelt, haalde het niet langer in de beleidsverklaring (1). Australiërs consumeren dit jaar voorlopig wat minder maar die krimp vertrekt van een (onverwacht) hoger startpunt in 2023 en wordt bovendien getemperd door krapte op de arbeidsmarkt en binnenkort van kracht zijnde belastingverlagingen. De RBA volgt de consumptietrend met haar haviksoog omdat ze in dicht verband staat met hardnekkig hoge binnenlandse (diensten)inflatie (5% in kw1). Voor de centrale bank is het een reden om extra waakzaam te zijn voor de opwaartse inflatierisico’s (2). Bullock verwees naar de inflatiecijfers voor het tweede kwartaal (31 juli). Die zullen belangrijk zijn wanneer de centrale bank een week later vergadert en nieuwe voorspellingen publiceert. En met de herintroductie aan het eind van de beleidsverklaring dat de RBA zal doen wat nodig is (3), zet ze de zaken helemaal op scherp.
De toon van juni breekt met de evenwichtige communicatie van mei, waar de Australische dollar in eerste instantie nog teleurgesteld op reageerde. De wegen van de RBA en de collega’s splitsen zich. Welke andere centrale bank neemt vandaag nog het woord renteverhoging in de mond, behalve de Fed enkel om die dan categoriek uit te sluiten? Het biedt de Australische dollar tot nader bericht een uniek voordeel tegen zijn Amerikaanse naamgenoot die van AUD/USD 0.655-0.658 in principe een sterke steunzone maakt. Een eerste weerstand doemt op bij AUD/USD 0.671.