Fed schuift voorzichtig op
De getelefoneerde afbouw van het obligatie-aankoopprogramma van de Amerikaanse centrale bank (Fed) gaat later deze maand officieel van start. Sinds juni vorig jaar koopt de Fed op maandbasis $80 miljard overheidsobligaties en $40 miljard hypotheek-gerelateerd papier (MBS). In november en december zakken die bedragen telkens respectievelijk met $10 miljard en $5 miljard. Dat tempo willen Powell en co ook in de eerste jaarhelft van 2022 aanhouden al laat de Fed-voorzitter daar iets meer ruimte om te versnellen/vertragen naar gelang de economische context. In principe eindigen de netto-aankopen in juni 2022. Middelen die vrijkomen uit de historische obligatieportefeuille worden nog steeds geherinvesteerd, wat de balans van de Fed stabiel houdt.
De nieuwe Fed-beleidsverklaring en Powell’s vragenuurtje met de pers legden enkele nieuwe inzichten bloot, maar konden de markten amper beroeren. Sinds april maakt het officiële perscommuniqué gewag van hogere inflatie als gevolg van tijdelijke factoren. Sinds gisteren zijn dat factoren “waarvan de Fed denkt dat ze tijdelijk zullen zijn”. De impact van het onevenwicht tussen sterke (inhaal)vraag en verstoord aanbod krijgt voor het eerst een extra vermelding. De Fed toont zich iets minder zelfzeker over de voorbijgaande aard van de prijsdruk, al verdedigde Powell die stelling nog steeds achteraf. Van zodra de internationale productiekettingen opnieuw just-in-time werk afleveren, zal de inflatie afkoelen. Voor het eerst liet Powell iets meer in zijn kaarten kijken. Het “pijnpunt” ligt in de lente/zomer van volgend jaar. In het huidige denkkader van de Fed ligt daar het inflatie-omslagpunt. Het geeft markten voor het eerst een houvast over wanneer tijdelijk in de Fed-woordenboek omslaat in structureel.
Het grootste deel van de persconferentie trachtte Powell de aandacht te vestigen op de arbeidsmarkt. In tegenstelling tot de inflatiedoelstelling is er nog ruimte tot het bereiken van maximale tewerkstelling. Over hoe dat exact te meten, tasten zelfs de monetaire heersers wat in het duister. Toch stelde Powell dat de Amerikaanse arbeidsmarkt mogelijks in de tweede jaarhelft van volgend jaar op volle toeren draait. Een duidelijk signaal waar de markt mogelijks wat meer mee kon doen.
Combineren we de inflatieonzekerheid met de tewerkstellingsprognose komen we uit bij de marktverwachting dat de Fed de beleidsrente in de herfst van volgend jaar een eerste keer zal optrekken. Powell deed geen moeite om die verwachtingen achteruit te duwen. Integendeel, de Fed schuift verbaal op in de richting van de markt. De bevestiging van die these volgt mogelijk in december, wanneer nieuwe groei-, inflatie- en beleidsrenteprognoses worden gepubliceerd.
Op de markten was de Fed-vergadering een storm in een glas water. De Amerikaanse rentecurve werd iets steiler door oplopende inflatieverwachtingen. Het korte eind van de curve bewoog amper. De dollar verloor marginaal terrein, maar maakt dat vanochtend alweer goed. De aantrekkingskracht van EUR/USD 1.1495/93 steun blijft de weg van de minste weerstand zolang de euro geen vuist kan maken. De rustige reactie op rente- en wisselmarkten was koren op de molen van de beurzen. De belangrijkste Amerikaanse indices stegen tot 1%.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal