Inflatieverwachtingen nog verankerd?
Stijgende grondstoffenprijzen omwille van een verhoogde vraag naar bepaalde producten en verstoorde aanvoerlijnen waren tijdens de pandemie verantwoordelijk voor wat lang gezien werd als een tijdelijke inflatieopstoot. Op het eerste gezicht was het geen probleem. De centrale banken vochten toch al lang tegen te lage inflatie. Die was een uiting van matige groei, te lage loonstijgingen en ze hypothekeerde de manoeuvreerruimte van de centrale banken om de (reële) rente voldoende te verlagen wanneer de economie steun nodig had. De scheeftrekkingen zouden post-corona wel uitvlakken.
De economische impact van corona dooft ondertussen uit. De verstoorde aanvoer, nu vooral van grondstoffen, blijft de economie wel achtervolgen. Gisteren was in dit verband een memorabele dag. Niemand kon uiteraard de Russisch-Oekraïense crisis en de verregaande economische gevolgen voorzien. Grondstoffen, zeker deze waar Rusland en Oekraïne een belangrijke rol spelen, stonden de voorbije weken al onder fors opwaartse druk. Het debat, vooral vanuit de VS, om eventueel de import van Russische olie te boycotten, zorgde gisteren echter voor een nooit geziene kettingreactie. Brentolie veerde even op tot bijna $140 p/vat (nu $126). Europees aardgas steeg op een bepaald ogenblik 80%. Ook andere grondstoffen zoals aluminium en koper zetten recordkoersen neer. De handel in nikkel (gisteren +60%) werd vanmorgen in Londen zelfs stilgelegd. Ook landbouwgrondstoffen zetten hun opmars onverminderd voort. Voor een aantal is er een duidelijke link met Rusland of Oekraïne. Maar zelfs als de rol van deze landen kleiner is, is er blijkbaar niet veel nodig om twijfel te creëren voor de soms complexe aanvoerkettingen. Marktpositionering (short squeeze in nikkel) speelt zeker ook een rol.
De samenvatting van de mogelijke impact op de economie en de markten kregen we in de inflatieverwachtingen/inflatieswaps. De 10-j inflatieswaps in de VS en de EMU sprongen op tot respectievelijk 2.82% en 3.08%! Wie recent nog vreesde dat de inflatieverankering iets boven 2.0% na de tijdelijke opstoot niet gegarandeerd is, mag die vrees tot nader bericht opbergen. Hoofdvraag wordt nu hoe die impact van de grondstoffenbelasting op de economie te temperen. Donderdag mag de ECB hier haar bevindingen bekend maken, maar in tegenstelling tot de vraagcrisis van corona, is het monetair beleid duidelijk veel minder goed gewapend om dit soort aanbodinflatieprobleem het hoofd te bieden. Vanmorgen waren er eerste geruchten dat Europa in de nabije toekomst met een nieuw fiscaal plan/herstelfonds naar buiten zou komen om de energietransitie en de versterking van de Europese defensie te financieren. Over de concrete invulling, de financiële architectuur en eventuele bedragen is voorlopig nog weinig bekend. Mogelijk volgt er meer op/na de Europese top in Versailles, later deze week. We komen hier ten gepaste tijde zeker op terug.
De ontwikkelingen gisteren en vandaag zijn uiteraard ook cruciaal voor de rentemarkt. Daar ging het er gisteren opnieuw zeer volatiel aan toe. Uiteindelijk stegen de rentes, ondanks forse beursverliezen. Anders gezegd: de inflatiecomponent haalde het van de lagere reële rente omwille van de risk-off. Deze reactiefunctie suggereert dat het verder neerwaarts potentieel voor de rente beperkt is. Het is nog vroeg dag, maar dat zou a fortiori het geval zijn indien het fiscaal beleid via bijkomende schuldcreatie de crisis, minstens deels, opvangt. Ter illustratie, de Duitse 10-j rente vatte vanmorgen opnieuw duidelijk in positief terrein post. De 10-j EMU swap (0.80%) houdt zelfs de cyclische top van 0.90% in het vizier.