Markten relatief snel over tot orde van de dag?
De handelsdag toonde gisteren drie verschillende gezichten: storm tijdens de Aziatische uren, een voorzichtige uitbodeming in de Europese sessie en uiteindelijk zelfs herstel tijdens het Amerikaanse blok. Het klinkt cru, maar de algemene markten hebben Oekraïne opgegeven. Een waarschijnlijke regimeshift en val van Kiev is het grotendeels verdisconteerde eindspel. In de aanloop naar het weekend (onzekerheid) trekken we nog de kaart van de voorzichtigheid, maar volgende week is het mogelijk al opnieuw over tot orde van de dag met het Amerikaanse arbeidsmarktrapport en Europese inflatiecijfers. Het spreekt voor zich dat Europese markten gegeven de nabijheid van het conflict nog iets terughoudender zijn dan de Amerikaanse.
Een blik op de koersen toont dat de belangrijkste Amerikaanse beurzen gisteren tot 3.35% (Nasdaq) hoger sloten, na openingsverliezen rond 2%. De S&P 500 hield het hoofd in de sluiting boven cruciale technische steunniveaus. Een bevestiging vandaag biedt op korte termijn wat ademruimte. Op middellange termijn blijven we terughoudend over de draagkracht van zo’n beursopsprongen gegeven de neiging van centrale bankiers om het beleid snel te (willen/moeten) normaliseren. Europese beurzen handelen voorlopig licht positief, maar die beweging ontbreekt wilskracht. Voor de EuroStoxx 50 is de pre-Covidtop (3867) de (verloren?) referentie.
Het verhaal op de rentemarkt spreekt het meest boekdelen. Het fragiele risicoklimaat vertaalde zich dit jaar nog maar amper in een volgehouden vraag naar de traditionele veilige havens. De Amerikaanse 10-jaarsrente maakte gisteren een daling met 10 basispunten nog voor de sluiting alweer ongedaan. De Europese 10-jaar swaprente noteert per saldo 4 basispunten hoger (!) dan de weeksluiting op 18 februari. Aan het korte eind van de curve verwacht de markt nog steeds een Amerikaanse beleidsrente van zo’n 1.5% eind dit jaar. Verwachtingen rond de 3-maands Euriborrente zijn quasi ongewijzigd ten opzichte van na de vorige ECB-beleidsvergadering en Lagarde’s verbale U-bocht. De rechtstreekse economische gevolgen van het conflict blijven vermoedelijk beperkt. Onrechtstreeks wakkeren hogere grondstoffenprijzen het inflatievuur nog maar eens aan en vertroebelen ze wel de economische toekomst. De rentemarkt twijfelt in ieder geval niet aan de al dan niet uitgesproken normalisatieplannen van de centrale bankiers. Dat is a fortiori het geval in Centraal-Europa, waar regionale markten het minder goed doen dan algemene tendensen.
Op de wisselmarkt viel EUR/USD als een steen van 1.13 richting de lage 1.11-zone. De onderkant van de handelsband van dit jaar werd getest, maar tot een breuk lager kwam het niet. Het muntenpaar bevindt zich momenteel in de hoge 1.11-zone. Dat de volgende ECB-vergadering (10 maart) voor die van de Fed (16 maart) valt, kan het muntenpaar behoeden van grotere verliezen. De 0.83/0.8282-steunzone in EUR/GBP blijft makkelijk overeind.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal