PMI’s versterken normalisatiepleidooi
Het Europese PMI-bedrijfsvertrouwen steeg in februari van 52.3 tot 55.8, het hoogste niveau sinds augustus vorig jaar. De toename kwam quasi uitsluitend op het conto van een onverwacht sterk herstel in de binnenlandse diensten-PMI, van 51.1 tot 55.8. Het vertrouwen in de exportgerichte verwerkende nijverheid stabiliseerde op een hoog niveau (58.4 van 58.7).
De maandelijkse PMI-enquête bij aankoopdirecteurs blijft de beste barometer voor het onderliggende economische momentum. De februaricijfers zijn een uiting van het opheffen van verschillende Covid-restricties. Die hadden eerder een negatieve impact op de cijfers van december en januari. De productie nam vooral in de dienstensector sterk toe. In de maakindustrie was het groeitempo minder sterk, maar toonden de details een hogere vraag in combinatie met minder problemen in de internationale toevoerkettingen. Een subindicator die de doorlooptijd meet, zakte tot het laagste niveau sinds januari 2021. De werkachterstand loopt op. De nieuwe bestellingen stroomden in beide sectoren binnen en vormen een goed uitgangspunt voor de productie de volgende maanden. De outputverwachtingen (+6 maand) noteerden aan het hoogste niveau sinds juni. Tewerkstelling steeg logischerwijs om de productie bij te benen/in te halen en maakte vooral in de verwerkende nijverheid een stevige inhaalbeweging.
De prijsdruk blijft bijzonder hoog, maar vertoont een wijzigende dynamiek. De vlottere aanboddoorstroom verlaagt de prijsdruk op grondstoffen. Bedrijven worden nu vooral geconfronteerd met een duurde energierekening en een stijgende loonmassa. Bovendien vertaalt die productiekost zich in de sterkste toename in verkoopprijzen uit de geschiedenis van de PMI-enquête.
De combinatie van een versnellende groeidynamiek en blijvend hoge inflatie onderstrepen de noodzaak tot beleidsnormalisatie door de ECB. Vooral omwille van het groeiende aandeel van loonstijgingen in de inflatiedynamiek. Zoals vrijdag nog aangegeven komt de officiële koerswijziging er op de volgende vergadering van 10 maart. In de tussentijd krijgen we nog inflatiecijfers voor de maand februari (2 maart).
De markt reageerde amper op de PMI’s. Het voornaamste deel van de eurowinst (EUR/USD 1.1360) kwam er vanochtend al na berichten over topoverleg tussen Amerikaans president Biden en Russisch president Putin. Ze zorgden voor een tijdelijke verbetering van het risicosentiment, maar we staan nog steeds terughoudend ten opzichte van de draagkracht van beursopsprongen. Europese beurzen geven hun openingswinsten in ieder geval opnieuw weg. De rentemarkt is onbewogen na de neerwaartse correctie van vorige week. Het algemene risicoklimaat bepaalt nog steeds de richting op markten.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal