Fed loopt achter de feiten aan
Inflatie tijdelijk? De meningen zijn verdeeld, maar steeds minder. De Zweedse Riksbank was gisteren zowat ‘Last Man standing’ om het idee te verdedigen. Enkele gouverneurs keken even over de grens en willen de obligatieportefeuille sneller afbouwen. Quod non. De rente kan volgens de RB nog tot 2024 op 0% blijven. Tot daar een kort relaas vanuit één van de laatste idyllische enclaves die aan de inflatiestorm ontsnapt (of er zich nog geen zorgen over maakt). Je kan dit niet-inflatoir curiosum ook steeds goedkoper bezoeken. De Zweeds kroon verzwakte meer dan 2% tot boven EUR/SEK 10.60.
Waar de inflatoire klimaatstorm niet meer valt te ontkennen is in de VS. De algemene inflatie (7.5% j/j) en de kerninflatie (6.0%) stegen er tot het hoogste niveau sinds 1982! Het nieuwe Fed-beleidskader waar inflatie tijdelijk de symmetrische 2%-doelstelling mag overschrijden werpt wel heel snel (iets te veel) vruchten af. De inflatie is ook niet meer te wijten aan een beperkte productgroep of factoren die buiten de Fed-actieradius liggen. Energieprijzen stijgen 27% j/j, maar ook voedsel (7.0%), diensten (4.6%), huisvesting (5.7%) en transport (20.8%) lopen ver weg van de 2.0% referentie. De 0.6% M/M stijging is evenmin een indicatie dat de dynamiek vertraagt. De kans is reëel dat het cijfer voor februari dat enkele dagen voor Fed-vergadering van 16 maart bekend wordt, nog hoger afklokt.
De eerste reactie op de rentemarkt was al stevig. Dan volgden een reeks Fed-commentaren. Enkelen probeerden de zaak te temperen en stelden dat een verhoging met 50 bpn geen uitgemaakte zaak is. Dat was een achterhoedegevecht. St. Louis Fed-voorzitter Bullard las wel de tekenen des tijds. Hij toonde zich, zoals de markt, voorstaander van een 1% hogere beleidsrente begin juli; een eerste stap van 50 bpn en opende zelfs het debat of de Fed de rente al voor 16 maart moet verhogen! Toen was het hek uiteraard helemaal van de dam. De 2-j rente steeg 21 bpn en ging even boven 1.60%. De 10-j rente rondde de kaap van 2.0%. De dollar sprong aanvankelijk heftig op en neer maar trok uiteindelijk aan het langste eind na de commentaren van Bullard. Toch blijft de USD-winst (EUR/USD nu iets beneden 1.14) beperkt. De commentaren van Bullard waren ook de doodsteek voor de beurzen, die zich aanvankelijk kranig hielden (S&P -1.81%, Nasdaq -2.10%).
Hoe moet dit verder? De markt heeft de Fed in een houdgreep. Consensusfiguren zullen de geleidelijke aanpak verdedigen. Zij dreigen echter het beeld te versterken dat de Fed ‘behind the curve is’, waardoor de markt nog meer ‘inhaalverhogingen’ later zal verdisconteren. Als de Fed het initiatief terug wil, zitten Powell en co best snel even rond de tafel om de ideeën van Bullard tegen het licht te houden en snel actie ondernemen. Dat is niet evident. Het zou een openlijke toegift zijn dat men te laat is. Het betekent ook dat de obligatie-aankopen nog sneller moeten worden gestopt. Wie leeft zal zien. Van politiek gesproken, ook voor President Biden wordt die inflatie een probleem. Een afgeleide statistiek toonde gisteren dat Joe Sixpack het ondertussen, ondanks de krappe arbeidsmarkt, moet stellen met een negatief reëel loon van 3.1% j/j!! Geen goed vooruitzicht voor de mid-term verkiezingen in november.
Terug naar de wisselmarkt. De dollar is niet onder de indruk, ondanks de rentesteun. Andere centrale banken, inclusief de ECB, zullen waarschijnlijk ook een tandje bijsteken en aan 7.5% inflatie duurt het hoe dan ook nog wel even voor de USD-investeerder uitzicht krijgt op een positieve reële beleidsrente. Normaal zijn het vooral opkomende markten die dit soort problemen het hoofd moeten bieden. We zien EUR/USD dan ook niet onmiddellijk terugkeren richting het jaardieptepunt van 1.1121.