Chinese groei vertraagt, PBOC verlaagt
Na de officieuze start van het resultatenseizoen voor individuele bedrijven eind vorige week, trok vanmorgen het nationale equivalent zich op gang. China kwam naar goede gewoonte als eerste naar buiten met cijfers voor de groei tijdens het vierde kwartaal van 2021.
Het Chinees bbp zwol afgelopen kwartaal met 1,6% kw/kw aan. Dat is een fikse versnelling t.o.v. het derde kwartaal. Dat ging toen gebukt onder een tekort aan elektriciteit, de wankele toestand van de gigantische vastgoedsector, onzekerheid van de aangescherpte (tech)regulering en uiteraard Covid. Vergeleken met het vierde kwartaal van 2020, bedroeg de economische expansie 4% in het vierde kwartaal. In kw3 was dat nog 4,9%. Over volledig 2021 bedroeg de groei 8,1%, meer dan de >6% die de overheid in de boeken had neergeschreven.
De sterkhouder van de doorgaans beter dan verwachte groeicijfers is de industriële sector. Die draait na een pover derde kwartaal opnieuw overuren. Ze groeide 4,3% j/j en 9,6% in heel 2021. Dat zien we ook in de exportcijfers. Mede dankzij een uitzonderlijke maand december zorgden die voor een historisch handelsoverschot voor volledig 2021 van 4360 miljard yuan. Het industriële groeitempo van 2021 is onhoudbaar en zal de komende maanden vertragen. Dat is zeker zo als de centrale bank van China’s op één na belangrijkste afzetmarkt straks de rente verhoogt om de oververhitte Amerikaanse vraag af te koelen.
Bovendien koelt de Chinese binnenlandse vraag ook af. Voor heel 2021 klom ze een stevige 12,5% maar dat dankt de reeks vooral aan statistische effecten. De maandcijfers zijn al een tijdje tanende. Zo namen de kleinhandelsverkopen in december amper 1,7% j/j toe t.o.v. 3,9% een maand eerder. De grote schuldige is het Chinese zero-Covidbeleid: een harde lockdown voor elke opstoot van het (omikron)virus. Het ziet er niet naar uit dat China die tactiek snel verlaat. Behalve corona is de onzekere situatie in vastgoed voorlopig ook nog een blijver. Investeringen van jan-dec liepen er op tot 4,4%. Vergeleken met het cijfer voor jan-nov (6,6%) impliceert dit een aanzienlijke terugval in december. Vanuit dezelfde invalshoek stellen we vast dat ook de algemene kapitaalsinvesteringen terugvielen in december: 4,9% voor het volledige jaar 2021. Het is het laagste niveau, m.u.v. coronajaar 2020, sinds de metingen eind ’90 startten.
China’s centrale bank nam eerder al enkele maatregelen om de afkoelende economie te stutten. Ze kan dat omwille van de voorlopig matige inflatie (1,5% j/j in december). Vanmorgen loste ze een nieuw salvo met een liquiditeitsinjectie en een onverwachte verlaging van de 1j.-ontleningsrente tot 2,85%. Die dient als basis voor de door lokale banken aangerekende rente. Het is de eerste renteverlaging sinds april 2020. Sindsdien werkte de PBOC vooral met reserveverplichtingen als belangrijkste instrument om het beleid bij te sturen. De yuan leeft op goede hoop. Ondanks de groeivertraging en monetaire versoepeling verstevigt de munt t.a.v. de dollar. USD/CNY test de meerjarige dieptepunten in de buurt van 6,35. Dit niveau is best solide, zeker nu de monetaire wegen tussen China en zowat de rest van de wereld steeds meer divergeren. We houden rekening met een evenwichtsniveau nabij 6,40 op middellange termijn.