Amerikaanse data: omgekeerde bewijslast
De Fed-notulen zetten vorige week het marktdebat voor 2022 al onmiddellijk op scherp. Een steeds grotere groep Fed-gouverneurs vindt dat het extreem soepel crisisbeleid versneld kan worden teruggeschroefd. De voorwaarde dat inflatie een tijdje boven de 2% post vat was al enige tijd afgevinkt. Over de arbeidsmarktstatistieken was er iets minder duidelijkheid. De tewerkstelling herstelde fors in 2021, maar bevindt zich nog steeds meer dan 3.6 mln. eenheden beneden het niveau van voor de pandemie. Die lagere tewerkstelling gaat wel gepaard met een recordaantal opstaande vacatures. Heel wat Amerikanen zijn, om verschillende redenen, blijkbaar niet gehaast om terug te keren naar de arbeidsmarkt. Aanvankelijk was dit voor de Fed een voldoende reden om het beleid extreem soepel te houden. In de mate dat de nog steeds lagere tewerkstelling & participatiegraad structureel zijn, of toch minstens voor langere tijd aanhouden, concluderen steeds meer gouverneurs dat normalisatie nodig is. De notulen waren een duidelijke intentieverklaring. Het arbeidsmarktrapport van vorige week vrijdag en de inflatiecijfers op woensdag zijn een eerste reality check.
De payrolls voor december konden op het eerste gezicht twijfel zaaien over het bereiken van de tewerkstellingsambities. Ze losten voor de tweede maand op rij de hoge verwachtingen (consensus 450k), onder meer gecreëerd door een sterk privaat ADP-rapport, niet in. De Amerikaanse economie creëerde netto 199 000 bijkomende jobs. Zelfs met een opwaartse herziening voor de voorbije twee maanden (141k) bleef dat aan de magere kant. We gaan niet al te technisch worden, maar corona ontregelt niet enkel de economie. Ook de statistische verwerking worstelt met het virus. Niet-gecorrigeerde reeksen suggereren wel nog een sterke onderliggende dynamiek. Bovendien stegen ook de lonen (0.6% m/m) forser dan verwacht. De werkloosheidsgraad, die uit een andere statistische reeks wordt berekend, daalde opnieuw fors van 4.2% tot 3.9%.
Conclusie van het verhaal. Eén: de payrolls waren geen grand cru, maar waarschijnlijk beter dan het hoofdcijfer suggereert. Twee, en veel belangrijker: de markt besloot al heel snel dat het rapport geen reden is om de boodschap van versnelde normalisatie in twijfel te trekken. De ‘bewijslast’ voor de markten keerde de voorbije maanden als het ware om. Voor de septembervergadering jaar was de hypothese dat het beleid nog lang soepel zou blijven, tenzij de cijfers sterk positief verrasten. Nu is het uitgangspunt dat de (versnelde) normalisatie er hoe dan ook komt, tenzij omikron onverwacht diepgaande schade veroorzaakt. De Amerikaanse rentetabel spreekt voor zich! De 2-j rente tikte een post-corona top van 0.9%. De 10-j (1.80%) breekt vanmorgen de top van maart vorig jaar. De 5-j rente (1.54%) bevindt zich ondertussen boven het niveau van voor de corona-crash in maart 2020, met dank aan een hogere (minder negatieve) reële rente (10-j -0.75%)! Opvallend, maar ondertussen geen nieuws meer: de dollar profiteert niet van de normalisatie op de rentemarkten. EUR/USD handhaaft zich stoïcijns nabij, zelfs iets boven 1.13.