EMU-rente al onmiddellijk op cruciaal niveau
Het handelspatroon eind 2021/begin 2022 verschilt op het eerste gezicht niet veel van wat 2021 ons voorschotelde. Zoals bij de start van Covid-19 en bij de opkomst van de delta-variant, zorgde omikron midden december voor een opstoot van risicoaversie. Opnieuw was het rekenen (en vooral gissen) naar de mogelijke schade voor het herstel, zeker nu de riante fiscale en monetaire steun geleidelijk wordt teruggeschroefd. De rentes en de beurzen verloren even hun evenwicht. De (grote) centrale banken lieten zich niet uit koers slaan. Zij gaan er vanuit dat ook de opeenvolgende coronagolven onderworpen zijn aan de economische wet van afnemende meeropbrengsten. Zelfs meer omikron zal de economie (hopelijk) steeds minder aantasten.
In die hypothese kan en moet de aandacht verschuiven naar inflatie, ook al heeft die nog steeds een hybride structuur: deels goed (hogere vraag, herstel arbeidsmarkt), deels minder goed (hogere grondstoffen en aanbodproblemen). De Bank of England verhoogde de rente en de Fed bouwt de obligatieaankopen sneller af. Zelfs de ECB kwam met een draaiboek voor beleidsnormalisatie. Na enkele nachtjes slapen, lieten de markten zich geruststellen door de wet van de afnemende impact van omikron. De beurzen wisten het grootse deel van de verliezen van november/begin december uit. De Dow en de S&P 500 zetten vorige week zelfs al nieuwe records neer. De rentes maakten een gelijkaardige comeback. De eerste handelsdag van het jaar is niet per definitie een trendzetter voor de rest van het jaar, maar de intenties van minstens een deel van de investeerders zijn onmiddellijk duidelijk. De Amerikaanse lange rentes stegen gisteren tot meer dan 10 bpn. In Europa bleef de stijging ‘beperkt’ tot +/- 5 bpn, maar de EMU-rentes toonden de voorbije twee weken al veerkracht. De Amerikaanse 10-j rente (1.63%) krijgt ondertussen de cyclische toppen nabij 1.70% opnieuw in het vizier. De Europese 10-j swaprente begint het jaar zelfs met een heuse test van de cruciale zone nabij 0.33%. De ECB kiest dan wel voor de voorzichtige aanpak, de markt denkt vooruit. De druk van de grondstoffeninflatie op het algemeen prijspeil mag dan misschien iets afnemen, maar als inflatie boven de 2% blijft omwille van een verder vraagherstel, hebben de centrale banken alle reden om het monetair gaspedaal verder te lossen. We kijken uit hoe de markt reageert op de belangrijke data deze week in de VS (ISM’s, payrolls) en de EMU (inflatie). Het zijn de eerste indicaties voor het sentiment in het omikrontijdperk.
Op de wisselmarkt, en zeker in EUR/USD, viel er minder te beleven. De renteversnelling in de VS gisteren was voldoende om minuscule eurowinsten aan het slot van 2021 overboord te gooien. EUR/USD 1.1386/1.14 blijft tot nader bericht een stevige weerstand. USD/JPY zet vanmorgen het hoogste niveau in bijna 5 jaar, maar dat is vooral een uiting van een zwakke yen. De symbolische eerste rentestap van de BoE en een positief sentiment geven het pond een por in de rug. Wanneer start het debat over de volgende verhoging? Als de dominosteentjes juist vallen, komt februari voor de BoE misschien toch nog in het vizier. Later vandaag heeft de Poolse centrale bank de eer als eerste over haar beleid te beslissen. De actie van de Poolse centrale bank is mogelijk een trendzetter voor het globale monetaire beleid later dit jaar. De vraag is niet of de NBP de rente moet verhogen, maar met hoeveel (50 bpn, 75 bpn of ….). In de CE-regio (Tsjechië, Hongarije) evolueerde het voortschrijdend inflatie-inzicht het voorbije half jaar alvast heel snel.