RBA en BoC kiezen voor het status quo
In december vechten de centrale banken dikwijls voor een plekje in de schijnwerpers. Dat is dit jaar niet anders. Australië en Canada gaven op dinsdag en woensdag de aftrap. Volgende week draaien de heren en dames monetaire beleidsmakers pas echt overuren.
Reserve Bank of Australia
De RBA van gouverneur Lowe sprak zich als eerste van de grotere centrale banken uit over de potentiële impact van omikron. Die blijft vermoedelijk beperkt en zal het herstel niet doen ontsporen, klinkt het sec. De economie profiteert van een sterke gezinsconsumptie en een verbeterd ondernemerssentiment. Een recordaantal vacatures wijst op een gezonde arbeidsmarkt en leidt tot gradueel aantrekkende lonen. Dat uit zich wel nog niet meteen in de inflatie. Algemene inflatie liep in kw3 op tot 3% maar wordt onder meer beïnvloed door dure olie. Kerninflatie daarentegen blijft met 2,1% in kw3 aan de lage kant van de 2-0% doelstelling. De RBA verwacht dat die pas in de loop van 2023 het 2,5%-middelpunt bereikt. Vaag, maar iets scherper dan in november. Toen gaf de RBA “eind 2023” als indicatie, ook voor een eerste renteverhoging. Hoe dan ook acht ze een soepel monetair beleid tot nader bericht nodig. De centrale bank hield de beleidsrente stabiel op 0,1%. De RBA koopt à rato van A$4 miljard per week obligaties. In februari neemt ze dat programma onder de loep. De kans is reëel dat ze de afbouwfase overslaat en meteen het einde afkondigt. We krijgen immers de indruk dat de RBA subtiel neigt naar een versnelde monetaire afbouw. Dit geeft mee vorm aan het uitbodemingsproces van de Australische dollar na de klap van omikron. Een terugkeer van AUD/USD boven 0,72 is de eerste, technische vereiste.
Bank of Canada
Geen verrassingen bij de Bank of Canada. De beleidsrente blijft stabiel op 0,25%. De BoC beëindigde de netto-obligatieaankopen in oktober. Gouverneur Tiff klinkt optimistisch. De economie gaat gezwind het vierde kwartaal in. Canadese tewerkstelling bevindt zich weer op het niveau van voor de pandemie, lonen groeien. De BoC is genuanceerder in het oordeel over omikron. Het kan op de vraag wegen en het effect van de verstoorde productieketens versterken. Dat laatste geldt ook voor inflatie. Die klom in november tot 4,7% j/j en koelt pas in de tweede jaarhelft van 2022 af richting de 2%-doelstelling. Goed om weten: de BoC heeft het niet meer over “tijdelijke” inflatoire krachten. Net zoals de Fed vorige week, erkent de BoC dat de inflatie ondertussen wijdverspreid is. Voor blijvende inflatie rond de doelstelling, moet eerst de overtollige capaciteit verdwijnen. Dat gebeurt wellicht tijdens de middelste kwartalen van 2022. Dán kan er gedacht worden aan een eerste renteverhoging. Een deel van de markt hoopte toch op een versneld traject. Korte Canadese rentes vielen terug. De Canadese dollar (USD/CAD 1,272) gaf een deel van de winsten eerder deze week op. Op korte termijn geeft vooral olie en bij uitbreiding de onzekerheid rond omikron richting aan de munt. Het vraagt een ontspanning van het marktsentiment voor een CAD-herstel. De eerste referentie bevindt zich net beneden USD/CAD 1,26.