Nieuwe RBA-voorzitster houdt koers stabiel
Michele Bullock koos vanochtend voor continuïteit en stabiliteit. Als nieuwe voorzitster van de Australische centrale bank (RBA) hield ze samen met het beleidscomité de rente voor de vierde maand op rij onveranderd op 4.1%. De begeleidende verklaring week maar op één onderdeel echt af van vorige maand. Hogere olieprijzen en hun impact aan de pomp sierden de paragraaf gewijd aan inflatie. Voorts kijkt de RBA vooral de kat uit de boom en wil ze meer bewijs van of en hoeveel de reeds doorgevoerde monetaire verstrakking de groei en inflatie afbot.
Per saldo zorgt het nieuwe energierisico voor een iets grotere kans dat de RBA haar uittredende woorden – een iets strakker monetair beleid kan nodig zijn om inflatie tijdig tot de 2-3% inflatiedoelstelling te herleiden – nog hard moet maken. Australische geldmarktrentes schatten de kans in op ongeveer 50% dat de beleidsrente eind dit jaar 4.35% bedraagt. Tegen midden volgend jaar is de renteverhoging verdisconteerd, wat duidt op twijfel in de markt. Ze verwacht dat er nog iets aankomt, maar heeft het moeilijk met de timing.
In november volgen de trimestriële updates van groei- en inflatieprognoses en dient zich een kans aan. Voorlopig houdt de RBA vast aan de verwachting dat inflatie aan het einde van de beleidshorizon (2025) terug zal vallen tot de beoogde 2-3%. In die context hoeft ze de beleidsrente niet meer te verhogen. Behalve een nieuwe energieschok, vormen scherp stijgende diensteninflatie, hogere huurprijzen en looninflatie opwaartse inflatierisico’s. Daarentegen staan typisch neerwaartse groeirisico’s al geeft de RBA toe dat de economie het in de eerste jaarhelft iets beter deed dan gevreesd. Ook de meest recente arbeidsmarktcijfers verrasten in positieve zin. Ten slotte geeft de centrale bank nog steeds toe dat de marginale kost van de renteverhoging te veel kleiner is dan die van te snel victorie kraaien in de inflatiestrijd.
De Aussie dollar is vanochtend niet opgewassen tegen de almachtige Amerikaanse dollar. AUD/USD zette een nieuw jaardieptepunt rond 0.63. Vanuit technisch oogpunt verhindert er niets een terugkeer tot de 2022-bodem van 0.6170. Niet enkel voor AUD valt de grond vanonder de voeten. Koning dollar duwde EUR/USD beneden de steunzone net boven en onder 1.05. De volgende technische referenties zijn 1.0406 en 1.0201, respectievelijk 50% en 62% herstel op de EUR/USD-stijging van september vorig jaar tot juli dit jaar. De Japanse yen probeert nog te ontsnappen aan de echte wetten van de zwaartekracht. Het muntenpaar USD/JPY is een haar verwijderd van de psychologische kaap van 150. Vorig jaar was dat startschot voor een serie stevige wisselkoersinterventies van het Japanse ministerie van Financiën. In een context waar hogere Amerikaanse reële rentes de dollar blijvend ondersteunen, brengen zo’n acties in principe weinig zoden aan de dijk. Een echte bocht in het BoJ-beleid is nodig om te vermijden dat we hier binnenkort rapporteren over de zwakste JPY-koersen sinds begin jaren’90.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal