Zweedse kroon wil boter bij de vis
De Zweedse centrale bank (Riksbank) verhoogde de beleidsrente vandaag zoals verwacht met 50 basispunten, van 3% tot 3.5%. Het is de 6e opeenvolgende renteverhoging sinds de start van de normalisatiecyclus in april van vorig jaar en brengt het cumulatieve aantal renteverhogingen op 350 bpn, vergelijkbaar met de ECB. Gouverneur Thedéen en de zijnen sturen aan op een voorlopig laatste renteverhoging met 25 bpn in juni of september. De Zweedse (wissel)markt neemt daar geen vrede mee. EUR/SEK stijgt van 10.30 tot 10.40 en is klaar voor een nieuwe aanval van de 2019/2023 toppen tussen 10.45 en 10.50. Enkel in 2009 stonden er nog zwakkere SEK-koersen op de tabellen (EUR/SEK 11.79).
Van alle westerse centrale banken vergadert de Riksbank op jaarbasis het minst: 5 keer. Het maakt het grasduinen door haar beleidscommuniqués iets makkelijker. Opvallend: sinds de start van de rentecyclus loopt de Riksbank achter de inflatiefeiten aan. De openingszin van de persverklaring spreekt boekdelen. Een bloemlezing:
28/04/2022 (+25 bpn): Inflatie steeg aan het snelste tempo sinds 1990 en zal lange tijd hoog blijven.
30/06/2022 (+50 bpn): Inflatie blijft zeer snel toenemen en verspreidt zich door de economie.
20/09/2022 (+100 bpn): Inflatie is te hoog.
24/11/2022 (+75 bpn): Inflatie is nog steeds veel te hoog.
09/02/2023 (+ 50 bpn): Inflatie is veel te hoog en blijft stijgen.
26/04/2023 (+50 bpn): Inflatie is nog steeds veel te hoog en onderliggende kerninflatie was veel hoger dan verwacht in de eerste maanden van het jaar.
De inflatie-inschatting van de Riksbank gaat duidelijk nog steeds crescendo. Dat uit zich ook in de nieuwe inflatievoorspellingen. Opwaartse herzieningen voor zowel hoofd- als kerninflatie en dat voor dit en volgend jaar: 8.9% (van 8.6%) en 4% (van 3.6%) voor de gewone reeks en 5.9% (van 5.5%) en 2.3% (van 1.9%) voor de detailreeks. Dit jaar blijft de arbeidsmarkt iets sterker (werkloosheidsgraad 7.8%) en de groeikrimp iets kleiner (-0.7%). Voor 2024 gaan de marginale revisies de andere kant uit. Kortom: zuiver op basis van de voorspellingen is er weinig reden om het al rustiger aan te doen.
Een tweede bron van ontgoocheling is de Zweedse kroon zelf. Die maakte vorige keer een opvallende intrede in het beleidscommuniqué. De zwakke munt maakt de inflatiestrijd een pak moeilijker en de Riksbank pleitte openlijk voor een sterke munt. Ook deze keer figureert de kroon in de beleidsverklaring. Hij krijgt niet de zwarte piet voor de buitensporige inflatie, maar een sterkere munt is nog steeds wenselijk. Een sterke SEK rijmen met al een laatste 25 bpn-renteverhoging in juni of september is moeilijk. Temeer omdat de ECB niet wijkt.
Tot slot ligt de lat iets hoger om de Riksbank alsnog op een hoger rentepad te brengen. Twee van de zes leden wilden de rente vandaag met 25 bpn optrekken en hebben een lagere beleidsrentepiek voor ogen. De voornaamste redenen zijn gematigde loondruk, vraagtekens rond consumptie en vertraagde impact waarmee hogere rentes de groei en de inflatie afremmen.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal